2. Xenotransplantatie en de gevaren
Door Johan van Dongen
Ontploft xenohart
Toen ik in 1971 de arteriële en veneuze vaatklemmen van mijn eerste xenogene heterotope
harttransplantatie -orgaantransplantatie van cavia naar rat- verwijderde, sloeg de schrik
me om het hart. Had ik iets fout gedaan? Lag het aan de narcose? Was het een torsie
-verdraaiing- van de veneuze bloedafvoer? Ik wist dat in sommige proefdieren de
afstotingstijd tussen enkele uren tot twéé dagen lag. Maar dit, wat ik nu zag! Het hart
ontplofte bijkans in de buikholte. Binnen de minuut was het orgaan pikzwart. Het hart
begon onmiddellijk tot tweemaal zijn normale grootte te zwellen, stopte met kloppen en
werd keihard. 'Xenotransplantatie', zo riep ik toen, is "out of order and most
certainly in human beings".
Hijgend van schrik zat ik achter mijn
operatiemicroscoop en aangeslagen vond ik terstond een nieuw woord voor mezelf uit:
"Xenofobia". Zelden had ik zo'n afwijzing gezien van bioweefsel tegen vreemd
weefsel. Een xeno-orgaan zorgt blijkbaar voor zulk een hyperacute afstoting waarbij
kennelijk tal van weefselreacties worden opgeroepen. En dat klopt. Zo binden antistoffen
in het bloed die tegen het orgaantransplantaat gericht zijn zich aan lichaamsvreemde
eiwitten, de zogenaamde antigenen. Daarnaast vindt er ook binding plaats van antilichamen
aan vetten en koolhydraten die aan het dierlijke orgaan kleven. 'Gékkenwerk!' Dacht ik.
En ik besefte terstond waarom de farmaceutische industrie dergelijke technieken hoog in
het vaandel schrijft. Een miljardenindustrie!
"Mensrat of...... mensaapvark?"
Xenotransplantatie? Het heeft me nooit meer losgelaten. Stérker nog, ik begon me rond
1980 af te vragen of ik met mijn wetenschappelijk onderzoek wel op de goede weg bezig was.
Men wilde ooit organen van dieren naar mensen transplanteren, wist ik. En vooral wist ik,
dat mijn professor er een groot voorstander van was. Maar, hoe stop je dan in 'Gódsnaam'
zo'n aanval van het immunologisch apparaat tegen zulk een vreemd weefsel? En met welke
medicijnen? Of, gezien de tijdspanne en het interessegebied van dit moment, met welk soort
genetische manipulatie ga je de organen van het "mensaapvark" te lijf? Want iets
anders kan ik het niet noemen.
We hebben op dit moment bepaalde medicijnen die tegen afstoting worden aangewend. Ja! Maar
deze medicamenten veroorzaken vanaf het moment dat ze worden ingenomen lymfklierkanker,
leukemie of iets anders ernstigs. En voor zover ik weet, is er nog geen enkel experiment
uitgevoerd waarin het proces, dat ons een hyperacute afstoting oplevert, onderdrukt kan
worden met afweeronderdrukkende medicijnen. En als dat al zou kunnen, dan zal de dosering
dodelijk zijn voor de mens. We kunnen er maar op één manier achter komen of
xenotransplantatie werkelijk lukt, namelijk, proeven op mensen. En daarmee zou de
"mensrat" of het "mensaapvark" zijn intrede doen. En als men dat al
zou doen, dan is er sinds Adolf Hitler en zijn genetisch gemanipuleerde "Boys from
Brasil" niet veel veranderd. Gelukkig zijn in Nederland proeven op mensen verboden,
althans dat denken we, maar de werkelijkheid is echter anders. We hebben de afgelopen
honderd jaar namelijk niets anders gedaan dan proeven op mensen uitvoeren onder het mom
van medische behandelingen en het zogenaamde algemeen belang voor de patiënt. Aan m'n
hoela. Mijn bijgaande referentielijst is daar een bewijs van.
In de afgelopen vijftig jaar heeft onze
wereld niet voor niets tientallen nieuwe ziektes mogen aanschouwen. Aids, ebola, multiple
sclerose, bse en kanker zijn aandoeningen die écht niet uit de lucht zijn komen vallen.
En mocht u soms denken dat de antivivisectie bewegingen rond 1900 zijn opgericht om het
snijden in proefdieren tegen te gaan, dan vergist u zich deerlijk. Ze waren voornamelijk
bedoeld om medisch tegengas te geven door experimenten op "ménschen" aan de
kaak te stellen. Voor alle duidelijkheid over ons duistere verleden even het volgende
kleine citaat voorbeeld:
"Proefnemingen op menschen" Authentiek citaat van dokter Fred van Eeden uit 1904
Professor Jacobs te Berlijn had samen met een Nederlanschen collega een methode uitgedacht
om tuberculose patiënten te genezen door inspuitingen in het longweefsel. Jacobs en zijn
Duitschen assistent, dokter Rosenberg, werden destijds vervolgd wegens eenen gevaarlijke
proefneming op aan hun zorgen toevertrouwde lijders. Ook een geval van trachéotomie,
opening in de luchtpijp (red.), op een ziek en aan de gevolgen ervan overleden meisje dat
zich er tegen zou hebben verzet, is hem ten laste gelegd en dat wel onder de verzwarende
omstandigheid van vervalsching der rapporten van de kliniek, waaruit de toestemming van de
patiënten tot het verrichten van operatiën moet blijken.
Het geval verwekte vooral in medische kringen te Berlijn, heel wat sensatie. Van het
hierboven vermelde geval zullen we nog nader hooren, en dit ter kennisse onzer lezers
brengen. Het feit zelf intusschen make allen eindelijk eens wakker, die maar voort soesend
meenen alles aan den geleerde heeren te kunnen overlaten. O, als we alles eens wisten! Men
kan niet genoeg op zijn hoede zijn."
Nog even iets praktisch fysiologisch
Ook al zouden we de "xenotransplantatieafstotingsproblematiek" kunnen
overwinnen, dan nog zitten we met praktische en fysiologische problemen. Menselijke
hormonen en zenuwen zullen de werking van dierlijke organen moeten regelen. Wat de
innervatie -zenuwvoorziening- van de dierlijke organen betreft zijn we gauw klaar, die is
er niet. Nadat de dierlijke organen zijn uitgenomen worden echter niet alleen alle
zenuwbanen doorgesneden, ook de lymfebaanvoorziening wordt vernietigd. Bovendien heeft de
nier met zijn bloedvat- en innervatieve voorziening een regulerend effect op de bloeddruk.
Probleempjes dus! Maar dat menselijke hormonen, zoals het antidiuretisch hormoon dat het
vocht in het lichaam moet vasthouden, in staat zullen zijn precies datgene te doen wat ze
moeten doen dat gelooft geen énkele weldenkende fysioloog. Het zou best eens zo kunnen
zijn, dat mensen met een xeno-nier tussen de tien en dertig liter urine gaan produceren.
En wat dacht u van de galuitscheiding van een varkens of apenlever? Of de insuline
productie van een xeno-getransplanteerde alvleesklier? Zouden dit soort organen
functioneren zoals ze zouden moeten functioneren? Ik denk van niet!
SPF of gnotobionten?
Na duizenden door mij uitgevoerde orgaantransplantaties en evenzoveel verrichte secties op
proefdieren heb ik ze gezien, de infecties. Dodelijke infecties na transplantatie, terwijl
er op dat moment van transplantaatafstoting nog geen sprake waren. Maar het zijn
voornamelijk infecties die al bij dierlijke orgaandonoren in de fokstal circuleren nog
voor de operatie plaatsvindt.
Om dat te voorkomen zouden de
dierorgaanleveranciers onder "Specific Pathogene Free SPF" condities moeten
leven, SPF'ers zijn dieren waarvan we door testen precies weten welke infecties ze niet
hebben. Een absolute utopie! Ze zijn ook onterend voor dieren, dus antivivisectie
bewegingen zullen daartegen met alle middelen ten strijde trekken. Maar zelfs SPF fok zal
niet voldoende blijken te zijn. We zullen de dieren zelfs onder gnotobiontische
omstandigheden moeten fokken. En dat zijn speciaal gekweekte laboratoriumdieren, waarvan
preciés bekend is welk soort micro-organismen ze wel bevatten. De kosten die dergelijke
futuristische operaties met zich brengen zijn onvoorstelbaar. De onbetaalbaarheid zal dus
evident blijken te zijn, terwijl de torenhoge kosten van dergelijke medische uitspattingen
verhaald moeten worden op de consument.
Nee lieve lezers, we zullen iets anders
moeten bedenken.
We hebben, enkele uitzonderingen
daargelaten, voornamelijk nog maar menselijke organen getransplanteerd, en er is geen
enkele patiënt die geen besmetting heeft opgelopen. Onder andere besmettingen met
retrovirussen, de tuberculosebacterie, herpesvirussen en kruisreacties van gevaarlijke
eiwitten completeren slechts ten dele deze opsomming. En degenen die mochten denken dat
dit soort micro-organismen of dodelijke allergenen niet in dieren voorkomen is toch
redelijk naïef te noemen. Letterlijk alle dieren bezitten aids-veroorzakende virussen en
daarnaast een scala aan bacteriën en schimmels. En deze zijn veelal dezelfde als bij
mensen, alléén, we noemen ze anders.
Paarden van Troje
Wat is eigenlijk een transplantatie? Of beter nog, wat verstáán we onder transplantatie!
Hoe definieer je dat? Eigenlijk is dat het simpelst weer te geven, als ik u dat op de
volgende manier uitleg: ik tap een halve liter bloed bij u af en stop dat vervolgens in
een patiënt met dezelfde bloedgroep, de rhesusfactoren en dergelijke even daargelaten,
dan is deze overdracht van bloed een transplantatie. Nu tap ik bloed af van vele
bloeddonoren waaruit ik het bloedstollingmiddel factor 8 haal dat is besmet met een
aids-veroorzakend virus, dan zal dit leiden tot aids bij de ontvangers ervan. Tóch? Ook
deze eiwitoverdracht is vergelijkbaar met een transplantatie. Als ik nu bloed van een
paard aftap en dat vervolgens in een mens stop, dan is dat een xenotransplantatie. Nu stop
ik bepaalde bloedbestanddelen of ziektekiemen van een mens zoals: polio, mazelen, tetanus,
pokken, griep en leukemievirussen- in een paard, koe, varken, aap, geit of schaap om er
medicijnen, vaccins of serum van te maken -dieren waarin dus aids veroorzakende virussen
kunnen zitten- en vervolgens tap ik dat bloed af waarna ik het medicament in een mens
stop, dan is dat eveneens vergelijkbaar met een xenotransplantatie.
Griezelen
Nu ken ik het griezelverhaal van de Nederlandse viroloog Ab Osterhaus waarin hij stelt
dat: "Dierziekten honderdduizenden mensenlevens kunnen gaan kosten door verspreiding
van bekende en onbekende ziektekiemen", dan kunt u zich voorstellen aan welke gevaren
we de afgelopen honderd jaar met de aanmaak van vaccins hebben blootgestaan. En wat
betreft de xenotransplantatie, daarover zegt Osterhaus hetvolgende: "Het hart uit een
genetisch gemanipuleerd varken zou, na transplantatie in de mens, een ziekte kunnen
veroorzaken die op dit moment nog niet bestaat".
Toch blijft Osterhaus er van overtuigd dat de aids-epidemie zeker niet veroorzaakt is door
de aanmaak van vaccins. Dat lijkt me, gelet op datgene wat ik reeds heb verwoord, een
"contradictio in terminis." En dan zeg ik het nog zwak uitgedrukt.
Gezond verstand
Ik wil nogmaals een beroep doen op het gezonde verstand van eenieder die medische
verantwoordelijkheid draagt. U dient toch te weten dat hele reeksen van micro-organismen
in dergelijke xeno-organen of bloedproducten voorkomen? Organismen die onbeheersbare
ziekten kunnen veroorzaken?
Ik weet dat er recentelijk een
maatschappelijke discussie is gevoerd over xenotransplantatie, natúúrlijk. Maar ik kan u
nu al vast verklappen, dat er helemaal geen maatschappelijke discussie is geweest, ook al
doet de politiek ons dat geloven. De uitkomst ervan is mijns inziens een absolute
aanfluiting en werpt een mist op voor de algemene meningsvorming over dit "hot
item". En dan heb ik het dus alleen nog maar over de gevaren van xenotransplantatie.
En één van die gevaren is dus dat politici moeten beslissen over dergelijke medische
ingrepen en dat doen ze met een natte vinger in de lucht. De kennis ontbeert ze gewoon.
Die anderhalve epidemioloog in de "Tweede Kamer" én destijds mede Rob Oudkerk
zullen het verschil niet maken. En waar halen ze hun advies vandaan? Juist ja! Bij de
betrokken medici en de almachtige farmaceutische industrie waarvan de vele commissarissen
toch al in de tweede kamer zitten of zaten. "Viva la Republique des Camarades."
Xenotransplantatie, een "infectueus
Tsjernobyl"
Over de hele wereld wordt door een selecte groep wetenschappers al jaren terecht en soms
bijzonder fel geprotesteerd tegen dierproeven. Het is alleen opmerkelijk dat die protesten
zich bijna altijd beperken tot ethische bezwaren tegen het misbruik van dieren. Slechts
zelden is er iemand die wijst op de enorme gevaren die het excessieve gebruik van dierlijk
materiaal in mensen met zich brengt. Maar wie verder kijkt dan zijn neus lang is, ontdekt
toch een groot aantal aanwijzingen over het waarom bijvoorbeeld aids in de wereld is
gekomen. Want, een eeuw lang zijn dieren én mensen voor het ontwikkelen en testen van
allerlei medicamenten, vaccins, serum, transplantatiemodellen en stralingsproeven
gebruikt. Ook zijn mens en dier voor onderzoeksdoeleinden bewust of onbewust besmet met
allerhande ziektes, waaronder aids, ebola en griepvirussen. En dat het excessieve gebruik
van micro-organismen leidt tot een "infectueus Tsjernobyl" bewijzen wel de
pokken-, mazelen- en poliovaccinaties en de pogingen om vaccins te ontwikkelen tegen
leukemie. Want het zijn juist de vaccinaties die de derde wereld opgezadeld heeft met een
gigantisch aids-probleem (zie referentielijst)
Vaccinaties veroorzaken AIDS
Dat niet alleen poliovaccinaties, maar ook vaccinaties tegen de pokken, mazelen, tetanus
en leukemie tot aids hebben geleid is nauwelijks bekend. Toch bestaan er zoals u heeft
kunnen lezen vele publicaties met wetenschappelijk bewijsmateriaal waarmee dit fenomeen
wordt aangetoond. Ook al wordt dit door medici in alle toonaarden ontkend. Allicht, anders
zouden zij toegeven dat de medische wetenschap verantwoordelijk kan worden gesteld voor
deze dodelijke ziekte. Toch heeft wetenschappelijk redacteur P. Wright van de "The
Times" in 1987 beweerd, dat vaccinaties de oorzaak zijn van aids. En een jaar later
zei Raphael Strecker hetzelfde in zijn artikel in "The Los Angeles Aries Rising
Press." De titel?
"Aids and the Doctors of Death, an
inquiry into the origin of the aids epidemic."
En dat Amerikaanse wetenschappers en oud
president Richard Nixon bij de verspreiding van ziektekiemen via vaccinaties betrokken
zijn geweest bewijst wel het volgende.
Richard Nixon
In mijn boeken heb ik duizenden wetenschappelijke artikelen verzameld die gaan over het
ontstaan van aids. En dat daarbij vaccinaties dodelijk konden zijn bewijst wel het verhaal
over een besluit van de toenmalige Amerikaanse president Richard Nixon. Deze vroeg
namelijk in 1971 aan het Amerikaanse Congres honderd miljoen dollar voor een intensieve
vaccinatie campagne, met als doel: het vinden van een geneesmiddel tegen leukemie, een
ziekte die door radioactieve straling wordt veroorzaakt. De straling activeert namelijk
het mycosis fungoides virus, de voorloper van het HIV-virus. Het verzoek van Nixon werd
gehonoreerd. Nog in datzelfde jaar werd in het Oegandese West-Nijldistrict, op initiatief
van de Verenigde Staten, een omvangrijk medisch veldonderzoek gestart. Daarbij werd
jaarlijks bij 45.000 kinderen, na vaccinatie, bloed afgenomen, om te onderzoeken of er een
relatie bestond tussen een besmetting met het Epstein-Barr virus, ook wel ziekte van
Pfeiffer of "kissing disease" genoemd, en het optreden van het Kaposi-sarcoom.
Een huidkanker dat door het cytomegalovirus CMV, een herpesvirus, wordt veroorzaakt, daar
kom ik later in deze publicatie nog op terug. Het Amerikaanse onderzoek duurde tot 1977.
Het aidsbewijs lag in Freiburg en Stockholm
In 1984 werden de in Freiburg en in
Stockholm opgeslagen ingevroren bloedmonsters van de 45.000 Ganders baby's en jonge
kinderen door een onderzoeksgroep van W. Saxinger en zijn kompanen opnieuw geanalyseerd.
De uitkomst was dramátisch en onthullend. Want uit dit onderzoek bleek dat 21% van de
afgenomen bloedmonsters het retrovirus HTLV-1, een aids veroorzakende virus, bevatte en
maar liefst 66% van de bloedmonsters van de kinderen bleek besmet met het aids-virus. Even
ter verduidelijking, in 1984 stond AIDS nog maar net te boek als een homoziekte, dat het
dus nu blijkbaar niet was. Toch krijgen de homoseksuelen nog steeds van velen, waaronder
regeringsleiders, de schuld van de aidspandemie.
Toch nog even over het paard van Troje
Toen ik begin jaren zeventig de wereldberoemde professor Roy Calne uit Cambridge-
ontmoette, kwam ik erachter waarom er aan de aanmaak van bepaalde xeno-serum en
vaccinproducten enorme gevaren kleven. Calne, die mijn laboratorium bezocht, stelde in een
boekpublicatie:
"Het is niet bekend welke diersoort
het beste serum of vaccin voor de mens kan produceren; tot dusver is het paard het meest
gebruikt. Maar ook al worden dezelfde immunisatieschema's gebruikt, dan nog variëren niet
alleen de verschillende paarden in hun vermogen antiproducten te maken. Eén en hetzelfde
paard kan in de loop van de immunisatie-opbrengsten sera of vaccins opleveren, die in hun
werking op onvoorspelbare wijze van elkaar kunnen verschillen met dramatische gevolgen
voor de mens."
Mij was toen ook al bekend dat de werkzame
bestanddelen van het serum of vaccin -de zogenaamde gammaglobulinen- heftige reacties en
hoge koorts kunnen veroorzaken. Daarnaast zijn deze gammaglobulinen in staat om
verbindingen aan te gaan met andere stoffen in het lichaam, de zogenaamde kruisreacties,
waardoor nieren en lever worden beschadigd.
Medische maffia
Jarenlang heb ik in het universitair medisch circuit ondervonden op welke frauduleuze en
corrupte wijze onderzoek wordt gepleegd. U kunt daarvoor bijvoorbeeld de boeken van Frank
van Kolfschooten, William Broad en Nicolas Wade voor openslaan. "Valse vooruitgang.
Bedrog in de Nederlandse wetenschap" en "Betrayers of the Truth", zo luiden
de titels.
Ook diefstal en intimidatie worden door
medische onderzoekers aangewend in een nietsontziende drang naar publicaties voor de
"proefschriftenmachine" en voor het verkrijgen van onderzoeksgelden. Met de
xenotransplantatie zou deze machine jarenlang kunnen draaien.
Vooraanstaande wetenschappers, waaronder
vele Nobelprijswinnaars, en politici dragen veelvuldig oplossingen aan om genoemde
problemen op wereldniveau het hoofd te bieden, maar per saldo beslist slecht een selecte
groep. En zij beslissen over medische zaken in een overbevolkte wereld waarin
(burger)oorlogen, honger, biologische- en chemische milieuvervuiling de boventoon voeren.
Diezelfde verantwoordelijke aandragers van oplossingen zien mijns inziens de wereld steeds
meer als een natuurkundig probleem. Een aardkloot, die je vooral niet zijn gang moet laten
gaan. En daarom grijpen ze in. Op een natuurlijke manier of door een ziekte doodgaan, is
onnatuurlijk vinden zij. En dus wordt met behulp van de immer ongelijke verdeling van
rijkdom ingegrepen in diezelfde natuur. Gigantische geldbedragen worden door belangengroep
aangewend om peperdure medicamenten en behandelingsmethodes te ontwikkelen. En een van de
allergrootste gevaren schuilt dan, in de exorbitante hoge kosten voor het verkrijgen en
aan de man brengen, vaak via een omkoop cultuur van medici door de farmaceutische
industrie, van deze "science fiction"-achtige medicijnen.
Robert Koch
De ontdekker van de tuberkelbacil, Robert
Koch (1843-1910), schreef in 1884 in een van zijn postulaten:
"Het is pas bewezen dat een
micro-organisme ziekte veroorzaakt, als een met dat organisme besmette proefdier ook
werkelijk ziek wordt".
Daarmee gaf hij de wereld een dodelijke
waarschuwing net als Roy Calne dat deed. Want als mensen ziek worden dan maken we
daartegen een medicijn in proefdieren, en dát zou volgens Koch het begin van het einde
zijn. Volgens Kochs' theorie is geen mens op aarde meer vrij van dodelijke virussen.
Bijvoorbeeld virussen die aids kunnen veroorzaken, hetgeen met het CMV virus aardig
schijnt te lukken. De wereld stevent af op een xeno-ramp van ongekende omvang. De mensheid
staat klaar om massaal dood te gaan. In Afrika en Azië is dit grote sterven reeds
begonnen, maar het lijkt er op dat de Russen het snelst sterven. De laatste cijfers van
het Russische Centraal Bureau voor de Statistiek geven aan dat van de 145 miljoen Russen
er over vijftig jaar nog maar 55 miljoen zullen leven.
De tabel van Krech en de vuilnisbelt van
Maastricht
Toen ik begin jaren zeventig de publicatie van Krech over CMV-infecties in handen kreeg,
wist ik nog niet wat mij in de toekomst te wachten stond. Halverwege de jaren tachtig werd
mij pas echt duidelijk, hoe onvoorstelbaar groot de wereldwijde besmetting met dit virus
is. En dan hebben we het over een virus dat "mini-aids" kan veroorzaken. Een
virus dat bij mensen en eigenlijk verder bij alle diersoorten voorkomt. Op de Universiteit
van Maastricht wordt hieraan, ook in het kader van xenotransplantatie, op zéér
uitgebreide schaal aandacht besteed. En wij, de microchirurgen, transplanteren de met dit
virus besmette nieren van de ene rat naar de andere. En hoe kwamen we aan het het wilde
virus voor dit onderzoek? Dat haalden we van een van de grootste besmetters op aarde,
namelijk ratten. Knagers, die in dit geval werden gevangen op de vuilnisbelten van
Maastricht.
Na een epidemiologisch onderzoek in de
jaren tachtig, werd mij in absolute zin duidelijk, dat inmiddels ook in het westen de
besmettingsgraad met het CMV-virus tot soms 90% is opgelopen. De besmetting vindt meestal
plaats via de urine van baby's en jonge kinderen. Ook ratten verspreiden op alle mogelijke
manieren het CMV virus. En vrijwel zeker wordt het virus met elke (xeno)transplantatie
overgebracht. Om dan nog maar te zwijgen over de weerstandsverlagende medicijnen die met
een dergelijke transplantatie gepaard gaat. Want juist door een verlaging van onze
immunologische weerstand wordt het CMV-virus geactiveerd. En als dat gebeurt, dan treden
er exact dezelfde dodelijke infecties op als bij aids het geval is. Opvallend is ook het
feit te noemen, dat wereldwijd 100% van alle aids-patiënten besmet zijn met het
CMV-virus.
Tabel van Krech
Het voorkomen van antilichamen tegen het CMV in bloeddonoren van zes continenten (1973)
Stad Land Percentage
Lyon Frankrijk 40
Freiburg Duitsland 42
St. Gallen Zwitserland 45
Albany USA 45
Melbourne Australië 54
Stockholm Zweden 60
Manchester Engeland 61
Houston USA 79
Buenos Aires Argentinië 81
Hong Kong China 96
Entebbe Uganda 100
Manilla Filippijnen 100
Chandigarh India 100
Gemodificeerd volgens Krech, 1973
Wat het CMV-virus precies vermag, staat te
lezen in elk medisch woordenboek. Ik wil u de exacte omschrijving hier niet onthouden,
omdat dit ons met xenotransplantatie zeker te wachten staat.
Cytomegalovirus
Het CMV-virus is een protozoachtige reuzencel die ook wel vogeloogcel wordt genoemd (zie
foto's a en b) Het herpesvirus veroorzaakt een sterke opzwelling van met name witte
bloedcellen, nadat deze met het virus besmet zijn geraakt. Naast het veroorzaken van een
virusspecifieke immuniteit bij de gastheer, leidt het ziektebeeld ook tot een afneming van
de algemene cellulaire immuniteit met sterke vermindering van bepaalde witte bloedcellen,
de helper cells of T4-cellen. Tevens neemt het aantal T8-cellen in het lichaam toe, dat
zijn cellen die uw eigen T4-cellen kapot maken, een fenomeen die bij aids-patiënten als
T4=T8 ratio een beruchte klank heeft. Een daling van deze ratio beneden een bepaalde getal
leidt namelijk tot aids. Het CMV- virus wordt verbreid doordat het bijvoorbeeld met urine
en speeksel wordt uitgescheiden. Het virus kan ook worden overgebracht bij seksueel
contact (sperma; cervix slijm), bloedtransfusie, orgaantransplantatie en besmetting van de
foetus door de moeder kan leiden tot een intra-uteriene, binnenbaarmoederlijke, sterfte of
misvorming. Voorts speelt het CMV een buitengewoon gevaarlijke rol bij een groot deel van
de ziekteverschijnselen van AIDS, vooral in het ontstaan van het Kaposi-sarcoom. CMV komt
bij 80-100% van de wereldbevolking voor.
Referenties:
Andersen, H.K. & Spencer, E.S. (1969) Cytomegalovirus infection among renal allograft
patients. Acta Medica Scandinavica, 186: 7-19.
Anderson, C.B., Haid, S.D., Hruska, K.A. et
al. (1978) Significance of microbial contaminati-on of stored cadaver kidneys. Arch.
Surg., 113: 269.
Armstrong, J.A. et al. (1976) Viral
infections in renal transplant recipients. Infection and Immunity 14: 970-975.
Balner, H. en Beveridge, W.I.B. (1970)
Infections and Immunosuppression in Subhuman Primates. Munksgaard, Copenhagen.
Broad, William en Nicolas Wade (1982)
"Betrayers of the Truth. Fraud and Deceit in Science".
Bruning, H. Thesis cytomegalovirus infections 1988
Calne, Roy (1970) Nieuw leven door
transplantatie. Lemniscaat, Rotterdam.
Chaitow, L. (1987) Vaccination and
Immunisation: Dangers, Delusions and Alternatives. C.W. Daniel Company Limited, Saffron
Walden, London.
Crombag, H.F.M. (1992) Medische ethiek
onder vuur in diesrede. Observant, Universiteit van Maastricht, no: 18, donderdag 16
januari.
Curtis, T. (1992) The origin of AIDS.
Rolling Stone. March, 19: 54-59,61,106,108.
Curtis, T. (1992) Did a Polio Vaccine
Experiment Unleash AIDS in Africa? Washinton Post, National Weekly Edition, 13-19 April.
Desmeyter, J. (1985) Anti-LAV/HTLV-III in
Kinshasa mothers, 1970 vs. 1980. In: Clumeck, N., Thiry, L., Burny, A., eds. International
Symposium on African AIDS. Brussels, 12.
Desmeyter, J., Goubau, P., Chamaret, S., et
al. (1986) Anti-LAV/HTLV-III in Kinshasa mothers in 1970 and 1980. II International
Conference on AIDS. Paris, Communication 110: S17g.
Doig, R.L., Boid, P.J.R., and Eykyn, S.
(1975) Staphylococcus aureus transmitted in transplanted kidneys. Lancet ii: 243.
Dongen, J.J. van et al. (1986) Improvement
of heterotopic auxiliary heart transplantation with pulmo-portal venous outlet and of
orthotopic total small bowel transplantation in rats. Proceedings of the 27th Dutch Fed.
Meeting, nr. 97: Groningen, the Netherlands.
Dongen, J.J. van et al. (1986) Local
treatment of renal allografts offer new perspectives in immunosuppressive therapy.
Proceedings of the 27th Dutch Fed. Meeting, nr. 97: Groningen, the Netherlands.
Dongen, J.J. van. (1997) Pleidooi voor de aap. De waarheid achter aids en andere virus
infecties. E-boek www.fonteine.com
Dongen van J.J. (2002) AIDS de grootste
misdaad in de medische geschiedenis. E-boek www.fonteine.com
Dresser, D.W., Mitchison, N.A. (1968) The
mechanism of immunological paralysis. In: Dixon en Kunkel (eds.) Advances in Immunology 1
New York.
Fiala, M., Payne, J.E., Berne, T.V., Moore, T.C., Henle, W., Montgomery, J.Z., Chatterjee,
S.N., and Guze, L.B. (1975) Epidemiology of cytomegalovirus infection after
transplantation and immunosuppression. J. Inf. Dis. 132: 412-433.
Fiala, M., Chatterjee, S.M., Stacey, B., et
al. (1976) The relationship of cytomegalovirus infection and severe bacterial and fungal
infections in renal transplant patients. XVI Interscience Conference on Antimicrobial
Agents and Chemotherapy. Chigaco, abstract 130.
Foege, W.H., Millar, J.D., Henderson, D.A.
(1975) Smallpox eradication in West and Central Africa. Bull. World Health Organ., 52:
209-22.
Forthal, D.N., Getchell, J.P., Mann, J. et
al. (1986) Antibody to human T-Lymphotropic virus type III/lymphadenopathy-associated
virus (HTLV-III/LAV) in sera collected in 1976, Equateur region, Zaïre. II International
Conference on AIDS. Paris, 1986: poster 263.
Eeden, Fred van (1904) Orgaan van den
Nederlandschen Bond tot Bestrijding der Vivisectie 1 aug. Eerste Jaargang No 2.
Gelfand, H.M., Henderson, D.A. (1966) A
program for smallpox eradication and measles control throughout West Africa. J. Int.
Health., 2: 24-9.
Greenberg, A.E., Nguyen-Dinh, P., Mann,
J.M., et al. (1988) The association between malaria, blood transfusions, and HIV
seropositivity in a pediatric population in Kinshasa, Zaire. JAMA, 259: 45-9.
Hofman, B. (1967) Poliomyelitis in the
Netherlands before and after vaccination with inactivated poliovaccine. In: J. Hyg., 65:
547.
Huckstep, R.L. (1975) Poliomyelitis. A
guide for Developing Countries including Appliances on Rehabilitation for the Disabled.
Churchill Livingstone, Edinburgh, London and New York.
Jochems, A.A.F., en Joosten, F.W.M.G.
(1993) Coëlho, Zakwoordenboek der geneeskunde.
Kolfschooten, Frank (1993) Valse
vooruitgang. Bedrog in de Nederlandse wetenschap. Uitgeverij L.J. Veen.
Krech, U. (1973) Complementing fixing
antibodies against CMV in different parts of the world. Bull. WAO 49: 103-106.
Malebranche, R., Arnoux, E., Guerin, J.M.
et al. (1983) Acquired immunodeficiency syndrome with severe gastrointestinal
manifestations in Haïti. Lancet 2: 873-8.
Moore, T.C. and Hume, D.M. (1969) The
period and natur of hazard in clinical renal transplantation : the hazard to patient
survival. Ann. Surg., 170: 1.
Nahmias, A.J., Weiss, J., Yao, W., et al.
(1986) Evidence for human infection with an HTLV-III/LAV-like virus in Central Africa,
1959. Lancet, 1: 1279-80.
Nanning, W. (1962) Prophylactic effect of
anti-vaccinia gamma-globulin against postvaccinal encephalitis. In: Bull. WHO., 27: 317.
Nzilambi, N., DeCock, K.M., Forthal, D.N., et al. (1988) The prevalence of infection with
human immunodeficiency virus over a 10-year period in rural Zaire. N. Engl. J. Med., 318:
276-9.
Ooi, B.S., Chen, B.T.M., Lim, C.H. (1971)
Survival of a patient transplanted with a kidney with Cryptococcus neoformans.
Transplantation 11: 428.
Osterhaus, Ab (2001) Griezelverhaal van een
viroloog. Dierziekten kunnen talloze mensenlevens kosten. Algemeen Dagblad.
Penn, I., and Starzl, T.E. (1972) Malignant
tumors arising de novo in immunosuppressed organ 333 transplant recipients.
Transplantation 14: 407-417.
Pascal, L.W. (1991) Weliswaar komt polio
nog voor, maar tegelijk wordt het vermoeden steeds sterker dat een van de vaccins van toen
ons ongemerkt heeft opgezadeld met aids. Deze ziekte zal veruit een van de grootste
blunders van de mensheid blijken te zijn. Paper No 9, Uni of Wollongong.
Rörsch, A. (1978) Vooruitzichten met
betrekking tot praktische toepassing van kunstmatige recombinatie van genen. In: Dienst
Wetenschapsvoorlichting (1978) DNA-onderzoek in discussie. Verslag van het DNA-forum van
de Dienst Wetenschapsvoorlichting. redactie Hans Hermans.
Russell, W.M.S., Burch, R.L. (1959) The
principles of humane experimental technique. London: Methuen.
Saxinger, W.C., Levine, P.H., Dean, A.G.,
et al. (1985) Evidence for exposure to HTLV-III in Uganda before 1973. Science, 227:
1036-8.
Snayer, G. de (1996) Hygiëne concept bij
een industriële onderneming. 'Werkzaamheid van vaccins is niet aan te tonen als ze worden
verkregen uit gecontamineerde dieren. Uitspraak tijdens het NVP Najaarssymposium in
Congrescentrum 'De Blije Werelt' Lunteren. Dinsdag 12 november.
Stals, F. Thesis pathogenesis and treatment
of cytomegalovirus infections 1995
Strecker, R. (1988) Quoted by: Cantwell A Jr. AIDS the doctors of death. An inquiry into
the origin of the AIDS epidemic. Los Angeles Aries Rising Press, 134.
The Sunday Mail (1994) Aids created to wipe
out black people in Africa. August 7, Harare, Zimbabwe.
Upjohn (1981) Immunology, a Scope
Publication. The Upjohn Company, Kalamazoo, Michigan, USA.
Vereniging voor Immunologie (1969)
Inleiding tot de immunologie. Immunosuppressie en andere modificaties van de
immunologische afweer. A. Oosthoek uitgeversmaatschappij NV, Utrecht.
Wright, P. (1987) Smallpox vaccine
triggered Aids virus. Times, May, 11: 1,18.