Vogelpest, AIDS en BSE zijn door
mensenhanden gemaakt
Door Johan J. van Dongen
Pestepidemieën waren vooral in de
middeleeuwen een sterk verbreide en zeer besmettelijke ziekte. De builen-, long- en
huidpest zijn in de westerse wereld volledig uitgeroeid maar niet in China! Daar kwam de
pest voor in het interbellum van beide wereldoorlogen en nog steeds worden Aziatische
gebieden geteisterd door de pest als gevolg van de biologische oorlogvoering waarvan het
effect nog decennialang, zoniet eeuwenlang, doorwerkt.
Japan testte aan het einde van de jaren
dertig op grote schaal de vernietigende werking van de pestvlo uit op de opstandige
bevolking van de door hun bezette Chinese provincie Mantsjoerije. Ook de Sovjets, met wie
Japan destijds een grensconflict uitvocht, kreeg met deze afschuwelijke pestvlo te maken.
Het Japanse leger had hiervoor twee speciale eenheden (100 en 731) tot zijn beschikking
die op bevel van keizer Hirohito in respectievelijk 1935 en 1936 werden opgericht. Eenheid
100 kreeg als taak te onderzoeken hoe de oogsten en veestapels van de vijand met
micro-organismen konden worden vernietigd.
Vele jaren later bleek uit onderzoek dat
deze artsen op Chinese en Russische krijgsgevangen hebben geëxperimenteerd. Van aard en
omvang van deze (medische) experimenten hebben de Japanse artsen natuurlijk nooit
officieel verslag gedaan, maar dat het uiterst wrede experimenten betrof, blijkt uit
dagboekfragmenten. Vooral de onderzoekers Williams en Wallace (Williams P. and Wallace D.
(1989) Unit 731, the Japanese Army's Secrets of Secrets. London.) concludeerden dat alleen
al in 1942 drieduizend krijgsgevangenen na hun behandeling overleden.
De proefpersonen kregen vaak besmet of
vergiftigd voedsel toegediend, of er werden hun injecties met bepaalde extracten
ingespoten. De artsen waren daarbij vooral in geïnteresseerd of de Russische
krijgsgevangenen andere reacties vertoonden dan de Chinese gevangenen. Eenheid 731, geleid
door arts en bacterioloog Shiro Ishii, ging over tot een massaal biologisch
oorlogsoffensief die volgens Chinese zegslieden, zeer, zeer velen slachtoffers hebben
geëist. In 1944 werden proeven verricht met het toedienen van met aids virussen besmet
paardenbloed op krijgsgevangenen en werden aan duizenden Chinese krijgsgevangenen vlak
voor hun vrijlating broodjes verstrekt die waren belegd met pestbacteriën.
Toen Japanse legereenheden zich
terugtrokken, besmette Eenheid 731 de achtergelaten rantsoenen met de pestbacterie. De
uitgehongerde Chinese boeren verorberden dit voedsel gretig en werden ernstig ziek. Deze
ziekte droegen ze over aan hun eenden en varkens. Zo werden in het laboratorium
ontwikkelde virussen met bacteriën tot bacteriofagen samengesmolten die nu, kennelijk tot
ieders verbazing, zorgen voor dodelijke grieppandemieën zowel bij mens en dier. Maar we
hebben ook nog de twee atoombommen op Hiroshima en Nagasaki gehad en tijdens de Koude
Oorlog werden deze gevolgd door duizenden atoombomproeven te water, ter zee en in de
lucht. Ook in de Vietnam oorlog, met zijn Gele Regen, Tsjernobyl, de atoomknallen in de
Oeral en Wladiwostok, Three Mile Island, Sellafield, tientallen gezonken kernonderzeeërs
met een kerncentrale aan boord en dumping van radioactief afval die de zeeën- grond en
het oppervlaktewater tot in de eeuwigheid zullen besmetten.
Hoe Shiro Ishii zijn vaccins bereidde, is
nooit bekend gemaakt. Misschien kende hij het werk van de Fransman Felix d'Hérelle van
het Institut Pasteur in Parijs, die onderzoek verrichtte naar de werking van
virusbacteriën. Deze d'Hérelle ontdekte in 1915 bij zijn onderzoek naar de oorzaak van
dysenterie, dat een virus -voor hem toen nog een onzichtbare microbe- kon parasiteren op
bacteriën en in staat was deze te doden. Hij noemde deze organismen daarom bacteriofagen.
Volgens Levine, een andere wetenschappers, verschenen er tussen 1918 en 1936 honderden
publicaties over de toepassingsmogelijkheden van bacteriofagen voor de biologische
oorlogvoering. Nadat al in 1938 een delegatie Duitse officieren en artsen, waaronder Luhrs
en Lipschutz, Tokio had bezocht, oriënteerden in 1940 legerarts Osamu Hatta en enkele
hoge Japanse officieren zich in Duitsland op het vlak van de biologische oorlogvoering.
Ute Deichman heeft daar in haar boek Biologists under Hitler uitvoerig over bericht.
Diverse wetenschappelijke onderzoeksinstellingen werden bezocht, waaronder het Kaiser
Wilhelm Institut fur Antropologie in Berlijn en de Behring-Werke in Marburg.
Dit instituut bracht talloze beruchte
wetenschappers voort onder wie Hans Nachtsheim, die onder professor Otmar von Verschuer
werkte, de hoogleraar die later ook Joseph Mengele en Klaus Barbie, die als de slager van
Lyon bekend staat, onder zijn hoede kreeg. Japan en nazi-Duitsland pleegden intensief
onderzoek naar de toepassingsmogelijkheden van biologische wapens, waarbij op grote schaal
is onderzocht welke bacteriën en virussen hiervoor bruikbaar zijn. Terwijl Japanse
militaire artsen voornamelijk 'research' pleegden met cholera, tyfus- en pestbacteriën,
ging de aandacht van Duitse biomedici vooral uit naar de toepassingsmogelijkheden van een
bij paarden veel voorkomende besmettelijke bloedarmoede oftewel: 'die ansteckende
Blutarmut'. Het virus dat deze ziekte veroorzaakt staat inmiddels als paardenaids bekent
en wordt veroorzaakt door een virus dat identiek is aan het menselijke aidsvirus waarvan
zijn ontdekker Luc Montagnier nota bene zelf ooit zei dat het een paardenaids virus is.
In vele publicaties zijn talloze malen
dramatische oproepen gedaan aan wetenschappers over de hele wereld om af te zien van
bepaalde experimenten waarbij met behulp van genetische manipulaties met verschillende
typen bacteriën, niet in de natuur voorkomende genetische materialen worden gemaakt,
omdat dergelijke experimenten uiteindelijk alleen maar catastrofale gevolgen voor de
mensheid zullen hebben.
Vooral op het enorme gevaar voor het werken
aan de koppeling van het aids veroorzakende SV40 virus aan menselijke, commensale
(parasitische) bacteriën die normaal in de darm voorkomen, is gewezen. Als namelijk zo'n
recombinatie de kans krijgt te ontsnappen, kan niemand meer voorspellen wat de gevolgen
zullen zijn. Nu weten we dat aids en dodelijke griepepidemieën hiervan het gevolg zijn.
Men geloofde dat met behulp van dergelijke recombinatietechnieken eenvoudiger en
goedkopere vaccins en andere biologische producten te vervaardigen zijn. De waarschuwende
geluiden dat aan zoiets enorme risico's kleefden, werden blijkbaar niet gehoord want er is
massaal ingeënt. In Afrika welteverstaan. Decennialang hebben met name Amerikaanse
onderzoekers, zelfs met behulp van voormalige Duitse en Japanse oorlogsmisdadigers, met de
Afrikanen als proefkonijnen meer dan voldoende kennis kunnen vergaren over de meest
uiteenlopende ziekmakende micro-organismen.
Ze zijn dus zeer wel in staat om dieren te
besmetten met een griepvirus, vervolgens een ander beest te besmetten met een paardenaids-
en SV40 virus en dat te mengen met een E-coli bacterie, zodat het versmelt tot een nieuw
en fataal virus voor mensen. Een echte killer! Dat virus verandert sneller dan het
griepvirus, bezit de kwalijke eigenschappen van een herpesvirus en is zo slim als een
retrovirus. Het vermenigvuldigt zich met de snelheid van een bacterie en vormt zich met
voornoemde virussen tot een bacteriofaag. Als een dergelijk wangedrocht dan nog geen aids
veroorzaakt, dan hoeft er enkel maar mycotoxinen, een zeer giftig product van de schimmel
aspergillus fumigatus fungus, of verarmt uranium aan toegevoegd te worden om dat doel
alsnog te bereiken. En als het hierna nog niet lukt, dan kun je altijd nog de
eigenschappen van het wangedrocht genetisch gemanipuleerd bijsturen om bepaalde
doelgroepen toch om zeep te helpen. Het grondwater barst het van pesticiden en los hiervan
nog een paar weetjes tussendoor:
*In zeeën waarop rivieren zoals de Seine,
de Maas en de Rijn uitmonden zwemmen inmiddels hoofdzakelijk vrouwelijke vissen. De halve
populatie zeehonden in de Waddenzee is verdwenen als gevolg van Bovine Spongiform
Enchephalopathy BSE. In Londen werd in het kraanwater Prozac aangetroffen. *Zowat elk kind
een of meerdere allergieën, ADHD of trekjes daarvan, meisjes werden normaliter rond hun
twaalfde ongesteld en nu zijn er al die op hun zesde menstrueren, een op de tien vrouwen
gaat rond haar dertigste in de overgang en tien tot vijftien procent kan geen kinderen
krijgen.
*Op hun veertigste begint voor de helft van
de vrouwen reeds de overgang. De fertiliteit van mannen neemt dramatisch af, wat door
elektrosmog - mobiele telefoons, computers enzovoorts - nog wordt versneld. Vele kinderen
zijn te dik. En ze zijn dit niet alleen omdat er amper nog wordt bewogen, néé, ze worden
te vet omdat het gehalte aan groeihormonen in hun lichaam alle zogenaamde 'normaalwaarden'
overschrijdt. De kwaliteit van de voeding neemt dramatisch en de radioactiviteitvervuiling
neemt alsmaar toe. En dit samen met allerlei kleurstoffen, dioxinen en groeihormonen neemt
het aantal aids- en kankerpatiënten alleen maar toe. In Wit Rusland alleen al sterven
kinderen in een schrikbarend tempo aan leukemie.
En juist de zwakke straling, waarmee
Nederland te maken kreeg bij de explosie van de kernreactor in Tsjernobyl in 1986, komt
pas nu, bij de derde generatie, te voorschijn. De generatie van onze kinderen krijgt dus
te maken met de desastreuze gevolgen van die kernramp. Weet u waarom BSE en de
slijterziekte (koeienaids) voornamelijk voor komt in Noordoost Nederland en nauwelijks in
Zeeland of Limburg? Nee .? En waarom kwamen de legionellapatiënten van de Westfriese
Floriade voornamelijk uit Noord Nederland? Omdat die Tsjernobylwolk drie maal over
Noordoost Nederland ging, twee keer over Midden-Nederland en slechts eenmaal over het
Zuiden.
Elke legionella uitbraak, waar ook ter
wereld, gaat niet voor niets meestal samen met griep vaccinaties gepaard. En dat is niet
vreemd, want elke vaccinatie doet de weerstand extra verlagen en maakt de mens
toegankelijk voor de legionella bacterie die 35% van de bevolking van nature met zich
draagt. En juist deze vorm van min of meer commensale situatie is een gespreid bedje voor
de verslechtering van immunologische afweermechanisme
Binnen vijftig jaar overlijden zeker drie
tot vijf miljard mensen aan genoemde ziektes met als synoniem griep, vogelpest, aids,
legionella, ebola enzovoorts. Aan deze en andere ziektes en door de alsmaar
voortschrijdende milieuverontreiniging zal de mensheid binnen tien generaties het
onderspit moeten delven als we op de ingeslagen weg voortgaan. De hoop dat dit inzicht
ooit bij onze wereldleiders en het medisch-, militaristisch- en farmaceutisch
establishment zal doorbreken en door deze struisvogels de juiste stappen worden ondernomen
om deze wereld echt te 'cleanen' is echter bij mij compleet vervlogen. De mensheid zal het
op termijn niet redden. En de mensheid zal eindigen in de nacht van de dag waarop de datum
met zeven tweeën geschreven wordt.
Mijn vijftienjarige studie naar de
oorsprong van aids en andere virus-, bacteriële- en/of schimmel infecties die de wereld
teisteren heeft uiteindelijk geleid tot het schrijven van mijn boek "Pleidooi voor de
aap". En het is geen vrolijk verhaal geworden, want de reeks gebeurtenissen die ik
over de afgelopen eeuw beschrijf gaat over niets meer of minder dan de mogelijke ondergang
van het medische establishment.
En de eerste grote scheuren in het medische
bastion, de ivoren toren zo u wilt, heeft de geneeskunde zelf over zich afgeroepen. Steeds
meer wetenschappers ventileren het besef, dat het medisch apparaat langzamerhand een
steeds grotere bedreiging voor de gezondheid aan het vormen is. Het medisch bedrijf heeft
van pijn, ziekte en dood een zodanig technisch probleem gemaakt dat het systeem alsmaar
krachtelozer wordt. En ook de invalidiserende werking van de beroepscontrole over de
geneeskunde neemt steeds meer een epidemische omvang aan. En deze epidemie heeft geleid en
leidt nog steeds tot iatrogene ziekten, of beter gezegd, tot nieuwe ziektes die ontstaan
door medisch ingrijpen. En het ontstaan van veteranenziekte, aids, ebola, de ziekte van
Kaposi, cytomegalitis, multiple sclerosis en vele andere aandoeningen zijn daar
voorbeelden van.
Uiteindelijk zal, wellicht na vijf of tien
jaar vanaf nu, de alsmaar groter wordende groep critici, die ageren tegen het functioneren
van het huidige medische bedrijf, de ivoren toren steeds verder uithollen totdat slechts
een medisch kaartenhuis resteert.
Dit gezegd hebbende, betekent een en ander wel dat het uitbannen van de iatrogene ziekte
die de gehele samenleving omvat, nu een politieke taak geworden is en zeker niet een taak
voor medici of wetenschappers. Want juist zij hebben zich in de loop van vorige generaties
een ongelimiteerd monopolie in de gezondheidszorg kunnen verwerven die onze vrijheid met
betrekking tot ons eigen lichaam tot in onze ziel aantast. Ligt hier niet een grote taak
voor de "Partij van de Dieren"? Zij hebben nu tenminste een forum!
Zoals ik al eerder ventileerde heeft juist
die invalidiserende werking van de beroepscontrole over de geneeskunde een dusdanige
epidemische vorm aangenomen, dat mede daardoor de maatschappij het medische bolwerk het
exclusieve recht gegeven heeft om te bepalen wat ziekte is, wie ziek is of ziek zou kunnen
worden en wat er met zulke mensen gedaan moet worden. En samen met de farmaceutische
industrie en de leveranciers, in de vorm van gesponsorde apothekers, bepalen medici wat de
slikker al dan niet moet slikken. Want we slikken ons rot aan medicijnen. En de
goedgelovige bevolking wil, mondig als ze is, alles weten over deze medicijnen. Want
genezen schijnt alleen nog maar via medicijnen te kunnen.
Maar, geachte lezers, de statistieken van
de wereldgezondheidsorganisatie vertellen echter dat er vijfhonderd ziektes op de wereld
zijn en dat slechts 30% daarvan via medicijnen te genezen is. Een eenvoudig rekensommetje
leert ons dan dat we maximaal honderdvijftig tot tweehonderd geneesmiddelen nodig hebben.
Het is dan ook ridicuul dat er meer dan tweehonderdduizend verschillende geneesmiddelen op
de wereld bestaan.
En die andere zeventig procent aan ziektes moet dus blijkbaar op een geheel andere wijze
worden behandeld. Homeopathie? Of andere alternatieve geneeswijzen?
En wij, de slikkers van dit enorme aanbod aan medicijnen, doen voor spek en bonen mee. Wij
slikken de pillen én . de rekening. En dat laatste krijgen we ook gepresenteerd in
de vorm van iatrogene ziektes waaronder aids, veroorzaakt door HIV een "slow
virus".
En wanneer was nu het officiële begin van
de "slow apocalypse"
Wel..., dat gebeurde op het moment toen paniekerig overheden en medische instanties in
1981 berichten de wereld inzond dat er blijkbaar zonder enige aanleiding vijf homoseksuele
mannen in de Amerikaanse stad Los Angeles in vrij korte tijd levensgevaarlijk ziek zijn
geworden en dat een vijftal reeds is gestorven.
De paniek wordt nog versterkt als in de wekelijkse ziekte- en sterfberichten van het
Amerikaanse Ministerie van Volksgezondheid van 5 juni 1981, een dodelijke epidemie wordt
aangekondigd die wordt veroorzaakt door een aidsvirus. Dit rapport, een uitgave van de
Amerikaanse Gezondheidsdienst, brengt zoveel sensatie, paniek en onbegrip teweeg dat
politieagenten en cipiers zich in astronautenkledij steken om elk risico van infectie door
arrestanten of gedetineerden te vermijden. Maar voor de patiënten die aan de ziekte
lijden is het vooral pijnlijk dat er zelfs verpleegkundigen en artsen weigeren om de
aidspatiënten te verzorgen.
In de eerste berichten wordt de ziekte
voluit bekend onder de naam "Acquired Immune Deficiency Syndrome AIDS" als een
typische homoziekte geclassificeerd, omdat in de grote steden alleen groepen homoseksuele
mannen besmet raken. Met deze constatering wordt een substantieel deel van de
wereldbevolking ten onrechte gestigmatiseerd, want in werkelijkheid proberen de
verantwoordelijke instanties de ziekte te camoufleren als een natuurlijke uitbraak. Mensen
die hun werkgever informeren dat ze de ziekte onder de leden hebben, worden op staande
voet ontslagen en vriendschappen verdwijnen soms even snel als ze begonnen zijn. Overheden
lopen voorop om aidspatiënten uit te sluiten voor openbare functies.
Maar, Los Angeles, San Francisco en New
York blijken slechts haltes op de route waarlangs het aidsvirus over de wereld davert. Een
route die van Amerika terugloopt via Haïti naar de Centraal Afrikaanse landen waar
miljoenen nietsvermoedende slachtoffers met verontreinigde en aids-veroorzakende vaccins
zijn ingeënt.
Als Luc Montagnier en Robert Gallo in 1983
het aidsvirus aantonen, is de ontreddering compleet, want plotseling blijkt dat met
bloedproducten, of bij orgaantransplantaties en via seksuele gemeenschap het virus kan
worden overgedragen. Echter het virus treft vreemd genoeg vooral drugsgebruikers,
thuislozen, prostituees, vluchtelingen in oorlogsgebieden en patiënten in ziekenhuizen of
bij die bloedtransfusiediensten waar controle en hygiëne niet of nauwelijks aanwezig
zijn.
Op Cuba scholen jongeren samen en tappen
bloed af van hun met het aidsvirus besmette vrienden, om zich vervolgens zelf met het
virus te besmetten. Op deze lugubere wijze verkrijgen zij een aidspas waarmee zij de
politie en het leger van zich afhouden. Zo pogen ze nog enige jaren in rust te leven. Een
vlucht voor een gevreesd systeem, met de dood in het vooruitzicht. In Roemenië, waar de
helft van alle aidspatiënten kinderen zijn, pogen straatslijpers voorbijgangers geld af
te persen onder bedreiging hen te besmetten met het aidsvirus, iets wat overigens niet
alleen in Roemenië voorkomt. De ziekte aids stelt de wereld voor dilemma's van ongekende
aard en omvang in de gehele samenleving en doet dit niet enkel in Afrika, op Haïti of in
Noord en Zuid Amerika. Over plaats en tijd van het ontstaan van het aidsvirus valt op dat
moment weinig zekers te zeggen en de talloze prognoses over omvang en toename van de
ziekte, blijken telkens opnieuw te optimistisch. Terugkijkend onderzoek naar deze
dodelijke virusbesmetting wijst uit, dat sinds het begin van deze eeuw uitvoerig is
geëxperimenteerd met ziekteverwekkende micro-organismen van mens en dier. Proefnemingen
die qua doelstelling, vorm en inhoud zeer divers zijn, maar zich allemaal -zonder
uitzondering- richten op de manipulatie van het immuunsysteem. Manipulaties die er soms
toe leiden dat mensen juist bevattelijk worden voor virale-, bacteriologische- en
schimmelinfecties welke in de ergste gevallen een volkomen ontregeld immuunsysteem
opleveren, zoals dat ook bij aids het geval is.
Het goedkope poliovaccin van Hilary
Koprowski. We gaan terug in de tijd.
Ondanks alle progressie die in de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog bij de
bestrijding van polio was geboekt, bleef de vraag naar een goedkoper en beter te
produceren vaccin actueel. Het door Albert Bruce Sabin vervaardigde poliovaccin zorgde wel
voor een permanente immuniteit tegen polio, maar de productiekosten waren erg hoog, zodat
het vaccin, met name voor de arme landen, die volgens ingewijden massaal met polio werden
geconfronteerd, veel te duur was.
Daarom ontwikkelde de Amerikaanse geleerde
Hilary Koprowski een nieuwe en veel goedkopere methode, waarmee, zo leek het althans, het
polioprobleem eenvoudig uit de wereld kon worden geholpen. Bij voortduring werd hij op het
grote gevaar van een dergelijk vaccin gewezen. Maar Koprowski leek doof. En dus liet hij
voor de uitvoering van zijn eerste grote immunisatieprogramma zijn keuze op Afrika vallen.
Waarom? Er was toch nauwelijks polio geconstateerd in Afrika? En toen het er kwam, waarom
dan alleen op afgelegen eilandjes?
Toch liet Koprowski in samenwerking met de
Belgen een laboratorium bouwen in Camp Lindi, in het toenmalige Stanleyville, nu Kisangani
geheten, een stad in de huidige Democratische Republiek Kongo. Om de werking van zijn
vaccin in dit warme land te testen spoot hij eerst nog even 150 chimpansees en alle
dierenverzorgers ter plaatse met zijn vaccin in. Koprowski's poliovaccin was weliswaar
gemakkelijk en goedkoop uit apeniercellen te produceren, maar het extract van met polio
besmet apenierweefsel dat aldus werd verkregen, was dermate slecht gefilterd, dat alleen
bacteriën aan de substantie werden onttrokken, terwijl de in het apenweefsel aanwezige
ongewenste virussen vrijelijk werden doorgelaten. Iedereen die met dit verontreinigd
vaccin van Koprowski werd behandeld, ontving daarmee ook virussen die van nature niet
voorkomen bij de mens.
Deze levensgevaarlijke bereidingswijze
bleef bij de collega's en tegenstanders van Koprowski niet onopgemerkt. Het was dan ook
Albert Bruce Sabin zelf die op 14 maart 1959 in het British Medical Journal een artikel
publiceerde waarin hij aantoonde een onbekend celdodend virus in het poliovaccin van
Koprowski te hebben aangetroffen. Sabin, Koprowskis' grootste tegenstander, kaartte de
zaak op hoger niveau aan.
Maar Koprowski, die kort voor de beschuldiging van Sabin, zijn vaccin massaal in het
voormalige Belgisch Kongo had toegediend, reageerde in het geheel niet op deze zware
beschuldiging. Toch werd hij niettemin door een commissie van het Amerikaanse Congres ter
verantwoording geroepen om de beschuldiging te ontzenuwen. Hij kon niet anders dan
verklaren dat het door hem ontwikkelde Chat-type I vaccin inderdaad ernstig was
verontreinigd met ontelbare apenvirussen.
Vreemd genoeg had die bekentenis geen enkel
gevolg. Koprowski verdween weliswaar volledig van het wetenschappelijk toneel en niemand
die zich nog druk maakte over het feit dat in de Belgische koloniën van Centraal Afrika
inmiddels honderdduizenden personen met dit gevaarlijke vaccin waren behandeld. De
gewraakte vaccinatieprogramma's zouden zelfs nog tot 1970 worden voortgezet.
In Nederland wordt op 13 juni 1978 tijdens
een bijeenkomst van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen in het
Jaarbeurscongrescentrum te Utrecht officieel bekend gemaakt dat de poliovaccins inderdaad
besmet waren met het SV-40 virus en vele andere apenvirussen. En degene die dat destijds
zei was niemand minder dan dr. H.H. Cohen, artsbacterioloog en toenmalig directeur van het
Rijks Instituut voor de Volksgezondheid (RIV) belast met de bereiding van vaccins. Maar
veroorzaakten deze virussen ook werkelijk aids?
Enkele manipulaties met micro-organismen in
vaccins
Miljoenen mensen zijn in die jaren dus besmet met ongewenste micro-organismen.
Willekeurige besmettingen die hebben geleid tot allerlei bekende en onbekende ziekten,
omdat de vaccins verontreinigd waren. Dat poliovaccins verontreinigd zijn geweest met het
SV-40 virus, een virus dat bij knaagdieren tumoren veroorzaakt en ook bij apen voorkomt,
is bekend. Maar dat dit virus gebruikt is voor recombinatietechnieken, bijvoorbeeld als
vector, en dat men zich heeft bezig gehouden met een recombinatie van dit virus met een
E-coli bacterie die zich van nature in de menselijke darmflora bevindt, is heden ten dage
iets minder algemeen bekend. Toch zijn daarover aan het einde van de jaren zestig en
zeventig diepgaande discussies gevoerd, die breed werden uitgemeten in de media.
Onderzoekingen die alles te maken heeft met de stralingsbelasting op het milieu als gevolg
van de kernbewapening. Tijdens mijn studie kwam ik een proefschrift uit 1962 tegen van
prof. dr. ir. A. Rörsch met als titel: "Genes involved in radiation resistance in
E-coli". Is dit vergelijkbaar met het Bijlmersyndroom? Of Bijlmeraids?
En deze professor Rörsch was niet zomaar
iemand. De toen vijfenveertig jarige hoogleraar in de biochemie en de moleculaire genetica
aan de rijksuniversiteit Leiden, werkte tot 1973 bij het medisch biologisch laboratorium
MBL van TNO-Rijswijk, was lid van de KNAW-commissie die belast was met het toezicht op
genetische manipulatie, hij was bestuurslid van de KNAW-commissie biochemie en biofysica
et cetera. En in 1962 waren er nog geen reglementen.
En....... "The sky was the
limit". Hetgeen eind jaren vijftig ook bleek bij Koprowski.
Tijdens het bestuderen van de manipulaties met E-coli bacteriën, in samenhang met
straling en of antibiotica en onderzoek met endotoxinen waaraan ik zelf heb meegewerkt,
kwam ik er in 1994 achter waarom er in de Bijlmermeer na de ramp met de El-Al Boeïng auto
immuunziektes ontstaan. Een auto-immuunziekte als "systemische lupus erythematosus
SLE" bijvoorbeeld. SLE...., veroorzaakt door endotoxinen en verarmd uranium. Want
deze beide stoffen werden onder andere op Schiphol in hangar 8 gevonden. Stoffen die in
het lichaam de reactie van de tumor necrosis factor in gang zet. En SLE is ook gevonden
bij arbeiders in de uraniummijnen van voormalig Belgisch Kongo en Tsjecho-Slowakije, bij
militairen en burgers in Irak, Iran, Cambodja, Korea, Vietnam, Japan en nu ook dus in de
Bijlmermeer. En de volksnaam voor deze ziekte?
En welke huisarts weet nu dat de
veroorzakers van een dergelijke ziekte, bijvoorbeeld de stof Lipopolysaccharide, die wordt
gewonnen uit Escheria Coli LPS, 55: B5 en Humane gerecombineerde tumor necrosis factor TNF
gewoon te koop zijn bij respectievelijk de Firma Sigma in het Amerikaanse St. Louis en bij
de Engelse firma Cell Tech in Slough.
Stoffen die SLE veroorzaken!
Of......., waren het tóch die mycotoxinen?
Een stof uit de biologische oorlogsvoering die reeds enkele jaren voor de Bijlmerramp mij
mensen is aangetroffen! Mensen, die aan drugs verslaafd waren en nu aids hebben of hadden.
En het zat in drugs, die mycotoxinen. Wellicht in de door de politie doorgesluisde drugs,
weet u wel het tijdens de IRT zoveel besproken opkikkertje.
En over de potentiële gevaren van de
aanwezigheid in het milieu en het werken met dergelijke stoffen in samenhang met
gerecombineerde DNA-moleculen publiceerde onder andere Paul Berg, verbonden aan de
Stanford University U.S.A in 1974 in Science een artikel waarin hij met name wijst op het
gevaar van de koppeling van virussen aan bacteriën. Virusbacteriën, ook bekend als
bacteriofagen Zoals de Mycoplasma virusbacterie die ook in de Bijlmer is gevonden. Deze
Paul Berg heeft in zijn publicaties herhaaldelijk dramatische oproepen gedaan aan alle
wetenschappers over de hele wereld om af te zien van bepaalde experimenten waarbij met
behulp van genetische manipulaties met verschillende typen bacteriën, niet in de natuur
voorkomende genetische materialen of vaccins worden aangemaakt, omdat dergelijke
experimenten uiteindelijk alleen maar catastrofale gevolgen voor de mensheid zullen
hebben.
En..., wat gebeurt er als zo'n recombinatie de kans krijgt te ontsnappen in een alsmaar
radioactiever wordend milieu? Dan kan volgens mij niemand meer voorspellen wat de gevolgen
zullen zijn, omdat de besmette bacteriën niet van de gezonde te onderscheiden zullen
zijn. En als je wetenschappers vraagt waarom de legionella pneumophila plotseling zo
agressief wordt dan blijft het eerlijke antwoord achterwege. Ze noemen het dan maar
veteranenziekte !
Niettemin de waarschuwing van Paul Berg is
men overal ter wereld op grote schaal blijven experimenteren. Men geloofde nu eenmaal dat
het mogelijk moest zijn om met behulp van dergelijke recombinatietechnieken eenvoudiger en
goedkopere vaccins en andere biologische producten te vervaardigen. De waarschuwende
geluiden dat aan zoiets enorme risico's kleefden, werden blijkbaar niet gehoord. Bovendien
had men naast polio-, pokken- en mazelen een nieuwe uitdaging gevonden: het uitroeien van
kanker en nu ook aids. Maar daarin is men tot op dit moment nog niet geslaagd. Het aantal
besmettingen met virussen die onder bepaalde omstandigheden kanker en aids veroorzaken,
neemt alleen maar toe. En de factoren die hieraan bijdragen, waaronder vaccins, straling
en giftige stoffen die kanker of aids induceren, nemen ook alleen maar toe.
Het feit dat de internationale
onderzoekswereld in zo korte tijd zoveel aids-achtige virussen heeft weten te noemen mag
ons niet verbazen. De biologische oorlogsmachine had ze immers aan het begin van deze eeuw
al ter beschikking. Uit publicaties blijkt inmiddels, dat enorme aantallen mensen
opzettelijk zijn besmet met het aidsvirus onder het mom van medisch handelen ter
voorkoming of bestrijding van ziektes. Miljoenen mensen op wie gewetenloze experimenten
werden uitgevoerd en op wie dodelijke of ziekmakende micro-organismen werden uitgetest
zijn als proefmens aangewend door nietsontziende wetenschappers.
En deze wetenschappers hadden en hebben nog
steeds de vrije teugel om met erfelijke eigenschappen en micro-organismen van mens en dier
naar hartelust te experimenteren.
"Shotgun" experimenten. En de media mag daar graag over schrijven of lullen
zoals Karel van de Graaf en Paul Witteman dat deden. En de Ivo's, of Sonja's van die tijd.
Ja zij ook. De vinger aan de pols houden heet dat! Nou ja, totaal niet belangrijk,
tenminste, niet voor de grijze massa of wetenschappelijke meelopers. En de echte
wetenschappers die zo graag met de media lullen rest nu niets anders meer dan deze
oncontroleerbare virussen, weer terug in het gareel te krijgen. En als ze dat al kunnen,
willen ze het dan wel?
Want juist in deze eeuw heeft de medische wetenschap zich door ontoelaatbare proeven op
mens en dier, steeds verder verwijderd van wat ethisch toelaatbaar is en heeft ze het
belang van de wetenschappers en hun eerzucht zwaarder laten wegen dan het belang van de
patiënt.
En wat zijn nu de werkelijke resultaten van de grote immunisatieprogramma's?
Het zwarte werelddeel Afrika zal pas jaren
later na de massale polio-, pokken- en mazelen vaccinaties weer in beeld komen. En het
komt in beeld als men zich gaat realiseren dat het wel erg toevallig is dat er miljoenen
Afrikanen met mysterieuze infectieziekten besmet blijken. Aanvankelijk wordt de link met
de Kongolese vaccinatieprogramma's niet gelegd, totdat in het begin van de jaren tachtig
bij een aantal Amerikaanse homoseksuelen het HIV-virus, de veroorzaker van de ziekte aids,
wordt ontdekt, een virus dat zoveel lijkt op het SIV-virus dat bij apen voorkomt.
De laatste jaren wordt de wetenschappelijke
wereld overspoeld met publicaties die deze lugubere relatie tot onderwerp hebben. Iedere
belanghebbende of geïnteresseerde kan dus intussen weten dat aids niet een straffe Gods
is of een natuurramp, maar bedenkelijk mensenwerk. Want inmiddels hebben, zo staat in het
toonaangevende medisch tijdschrift Nature van 4 februari 1999, Amerikaanse onderzoekers
aangetoond dat de mens zichzelf aids op de hals gehaald heeft. En volgens hen komt dat
door de jacht op en het eten van apen die met SIV virussen zijn besmet.
Belachelijk gewoon!
Zij gaan er bewust aan voorbij dat wij in
de afgelopen eeuw meer dan vijftig miljoen apen uit de wildernis hebben geplukt voor onze
medische en militaire laboratoria. En in die laboratoria heeft nog nooit een dierverzorger
of wetenschapper een aids-besmetting opgelopen ondanks het feit dat het apenbloed
letterlijk en figuurlijk aan hun handen kleeft. En hoe zit het nou precies met het door
Koprowski, Salk en Sabin aangemaakte menselijke poliovaccin die in deze met aidsvirussen
besmette apen zijn aangemaakt?
En was het niet Huub Schellekens, een toonaangevende onderzoeker die ooit bij de
apenaidskolonie van TNO-Rijswijk heeft gewerkt, die ooit in een radioprogramma zei dat
aids absoluut niet van apen afkomstig is. Sterker nog, volgens hem heeft de aap meer van
de mens te vrezen dan de mens van de aap. Hoe waar!
Ik wil toch nog even terug met u naar het
simian-papillomavirus ofwel het SV-40 virus,
Het virus waartegen men nu jonge meisjes van twaalf jaar wil inenten om
baarmoederhalskanker te voorkomen.
In 1959 werd onder uiterst merkwaardige
omstandigheden het SV40 virus in Koprowskis' poliovaccin ontdekt en geïsoleerd. Maar ook
voor de aanmaak van het geïnactiveerde Salkvaccin tegen polio gebruikte men primaire
apencellen, cellen rechtstreeks afkomstig van dieren, in plaats van `onsterfelijk'
gemaakte cellen voor groei in een kweek. De cellen werden verkregen uit nieren van
rhesus-apen en van een ander lid van de makakenfamilie, de macacus cynomolgus. Deze nieren
waren nodig voor de miljoenen doses Salkvaccin. Alle korttermijn testen, gebaseerd op
celkweken gedurende een periode van weken, bleken negatief d.w.z. vrij van infectueuze
micro-organismen, bovendien was de immuunreactie van het Salkvaccin goed.
Nadat de testvaccins inmiddels bij
duizenden mensen waren toegediend, werd de productie opgeschroefd voor een grootschalig
vaccinatieprogramma. Juist op dat moment begonnen hamsters die bij deze experimenten waren
gebruikt en bij hun geboorte met het geïnactiveerde poliovaccin waren ingeënt,
tumorgroei te vertonen. Van de 151 ingespoten dieren ontwikkelden er na 130 dagen 42 een
tumor. Hoewel men geen infectueus virus in de tumoren aantrof, vond men toch
tumorantigenen. Daarna slaagde men erin om met deze antistoffen het virus op te sporen in
de primaire apencellen die gebruikt waren om het virus zichzelf te laten vermeerderen. Dit
'apenvirus' doodde de gekweekte cellen niet, maar het produceerde er wel een patroon van
vacuolen in, blaasjesvorming. De conclusie was dat het vaccin geen gevaar opleverde voor
de volksgezondheid. Maar...., onderzoekers die jarenlang met grote hoeveelheden SV-40
hadden gewerkt, stierven na verloop van tijd aan kanker.
En met dergelijke vaccins wil men onze
jeugd inenten? Daar is nog op geen enkele wijze
Onderzoek naar gedaan. Wellicht willen deze wetenschappers het eerst op hun eigen
twaalfjarigen proberen?
De nogal optimistische wetenschappelijke
gedachte begin jaren zestig, dat kanker met behulp van vaccins snel uit de wereld kan
worden geholpen, viel dus wat tegen. Immers er werd door vaccinaties juist kanker
veroorzaakt. Toch werd het optimisme blijkbaar door iemand gedeeld, want op 4 december
1967 verklaarde William H. Stewart, de Amerikaanse minister van Volksgezondheid op een
bijeenkomst van gezondheidsfunctionarissen, dat de besmettelijke ziekten overwonnen waren.
Epidemische ziekten als pokken, pest en malaria behoorden tot het verleden. Met tyfus,
polio en difterie ging het dezelfde kant op. Hoewel syfilis, gonorroe en tuberculose nog
niet helemaal verslagen waren, was dat slechts een kwestie van tijd. Kanker, zo leek het,
zou binnenkort te genezen zijn. Het enige wat nodig was, was geld om de wetenschappers hun
werk te laten doen.
En dat geld kwam er, want de Amerikaanse
regering trok alleen al voor het fiscale jaar 1967 meer dan 16.5 miljoen dollar uit voor
74 researchprogramma's in Amerikaanse en buitenlandse laboratoria. Het jaar 1967, het jaar
waar in het Duitse Marburg en Frankfurt alsmede in Belgrado het ebolavirus toesloeg in
militaire laboratoria!
In het onderzoek naar de virale oorzaken
van kanker speelde vooral één vorm van kanker vanaf het begin een centrale rol, namelijk
leukemie, omdat die immers vrijwel zeker door een virus werd veroorzaakt zo wist men.
Het was weliswaar nog niet bewezen dat dit voor leukemie bij mensen ook het geval was,
maar er was aangetoond dat leukemie bij muizen en kippen wel door virussen wordt
veroorzaakt. En bovendien had men in het bloed en in weefsels van menselijke
leukemieslachtoffers virusdeeltjes gevonden die op het muizenleukemievirus leken.
In de `Biotechnics Research Laboratories'
in Kensington, Maryland USA, is ook veel leukemie onderzoek verricht. Aan het einde van de
jaren zestig probeerde men daar menselijke leukemie over te dragen op de naaste verwant
van de mens: de aap. Hiervoor gebruikte men injecties met bloed en weefselextracten van
een menselijke patiënt. Want als men erin slaagde apen met menselijke leukemie te
besmetten, dan zou de volgende stap zijn: het in grote hoeveelheden kweken van het virus
voor de ontwikkeling van een leukemievaccin. En het gebied om het vaccin uit te testen zo
vond men eensgezind, was Afrika. Een vaccin tegen leukemie dat later toch geen leukemie
bleek te zijn, maar aids. Ook daar kom ik later in mijn verhaal nog op terug.
De relatie tussen aids en poliovaccins
Een van de eersten die - enkele jaren na de ontdekking van de ziekte aids - de relatie
legde tussen het besmette poliovaccin van Koprowski en het grote aantal aidsbesmettingen
in Afrika, was Louis Pascal, een jonge medicijnenstudent die na lezing van Sabins' artikel
in het British Medical Journal uit 1959 met de aanval op Koprowski, onmiddellijk de
relatie met aids legde. Hij schreef er een artikel over en stuurde het naar de
toonaangevende wetenschappelijke journalen The Lancet, Nature en New Scientist. Het werd
echter zonder commentaar geretourneerd. Toen de toenmalige aids-activiste Blaine Elswood,
werkend aan de universiteit van Californië, daar lucht van kreeg, besloot ze samen met de
wetenschapper Raphael Strecker, een nieuwe poging te wagen, nu bij het British Medical
Journal, maar ook zij vingen bot, nota bene bij het tijdschrift dat zelf 20 jaar eerder
Sabins' artikel over het verontreinigde vaccin van Koprowski had gepubliceerd.
Strecker legt in 1988 een relatie tussen
aids en het pokkenvaccin
In dat jaar publiceerde Strecker een artikel met de veelzeggende titel: "Aids and the
Doctors of Death -an inquiry into the origin of the aids epidemic-, waarin hij onomwonden
stelde dat niet enkel het poliovaccin, maar ook het later in Afrika massaal toegediende
pokkenvaccin verontreinigd moet zijn geweest met een aids-veroorzakend virus. Deze
publicatie in The Los Angeles Aries Rising Press was mede gebaseerd op artikelen in the
New York Times en in het Army Research Development & Acquisition Magazine en op vele
andere publicaties. Later hebben ook twee andere zeer gerespecteerde wetenschappers,
namelijk Nzilambi en Greenberg zich in gelijke zin uitgelaten. Streckers' onthulling sloeg
in als een bom.
De besmettingen zouden hebben
plaatsgevonden tussen 1967 en 1980 in een groot deel van Afrika en met zekerheid in de
landen: Burundi, Malawi, Ruanda, Tanzania, Oeganda, Zaïre en Zambia. Het zou hierbij gaan
om meer dan 100 miljoen Afrikanen en een geschat aantal van 15.000 in Afrika verblijvende
Haïtianen. Het mag ons dan ook niet verbazen dat AIDS in 1981
Door zowel de Amerikanen, de Fransen en jawel de Hollanders ontdekt is.
De verontreinigingen betroffen overigens
niet alleen een aids-veroorzakend virus: want, zo bleek, er waren in het vaccin nog vele
andere niet-geduide virussen meegereisd waarvan de eventuele uitwerking op termijn nog
niet bekend is.
En dit was nog niet alles
Want onderzoek naar het vóórkomen van gevaarlijke virussen in vaccins bracht al in 1985
aan het licht dat het aidsvirus niet enkel in het poliovaccin en pokkenvaccin aanwezig
was, maar ook in het in Afrika toegediende mazelenvaccin. Want Epstein en zijn medewerkers
weten in dat jaar op de internationale conferentie "Antimicrobial Agents and
Chemotherapy" gehouden in Minneapolis (U.S.A.), te melden dat er bij retrospectief
onderzoek in het serum van kinderen uit West Afrika, die tussen 1967 en 1970 waren
ingeënt met het mazelenvaccin, antilichamen tegen het aidsvirus waren aangetroffen. Dat
deze bevindingen niet op zichzelf stonden, werd later bevestigd door de uitkomsten van
vergelijkbaar onderzoek op dit gebied in de tweede helft van de jaren tachtig.
Vaccins en hun vreemde bijwerkingen
Sinds Emil Von Behring in 1901 de Nobelprijs kreeg voor zijn werk op het gebied van de
serumtherapie, zijn er ontelbare soorten sera en vaccins aangemaakt en is het de medische
wereld voldoende bekend geworden welke potentiële gevaren er aan dergelijke
bloedproducten kleven. Want het toedienen aan mensen van in dieren aangemaakte sera en
vaccins was en is technisch gezien nog steeds een erg riskant karwei, omdat de bloedcellen
van mens en dier in dergelijke sera moeilijk te scheiden zijn; bovendien kunnen, zoals we
inmiddels weten, de dierlijke bloedcellen in het serum besmet zijn met allerlei
ongedefinieerde virussen die de ontvanger ervan overgevoelig en zelfs ernstig ziek kunnen
maken.
Door Rauh en Fulginiti is aangetoond dat
bij kinderen die een geïnactiveerd, lees onvoldoende gezuiverd, mazelenvaccin toegediend
hadden gekregen, na jaren soms alsnog een echte mazeleninfectie optrad die gepaard ging
met een ernstige weerstandsverlaging en ernstige aandoeningen aan de luchtwegen. De
diagnose was: pneumocysto carinii pneumonia PCP.
Soortgelijke - maar veel heftiger reacties - werden ook na het toedienen van pokkenvaccins
in Afrika geconstateerd door het farmaceutische bedrijf Upjohn. De gevaccineerden
vertoonden een ernstige weerstandsverlaging met opportunistische infecties als mycosis
fungoïdes, tuberculose, PCP en cytomegalie als gevolg. Op deze mycosis fungoïdes kom ik
later nog terug.
Niettemin gaan de wetenschappers en de
farmaceutische industrie door met het ontwikkelen van steeds nieuwere preparaten en de
uitvoering van groots opgezette immunisatieprogramma's, blijkbaar ongevoelig voor de
kritiek in eigen gelederen. En niemand dacht aan aids.
Vooral de vooraanstaande wetenschapper Pollock bijvoorbeeld stelde al in 1969 vast dat
dergelijke bloedproducten, toegediend als vaccin of serum, vaak erger zijn dan de kwaal.
Tijdens een onderzoek bij personen die tropische landen hadden bezocht en daarvoor ter
voorkoming van uiteenlopende ziektes verschillende vaccins hadden gekregen, kwam hij tot
de onthutsende conclusie dat bij deze gevaccineerden allerlei infecties zich ernstiger
voordeden dan gebruikelijk was. Tegenwoordig weten we dat bepaalde medicamenten niet
alleen de witte bloedlichamen (lymfocyten) kunnen vernietigen, of de voortplanting ervan
kunnen blokkeren wat ook een neveneffect van bestraling is, maar dat ze zelfs mutageen
zijn. Simpel gezegd: dat ze het erfelijk materiaal kunnen aantasten, en niet alleen het
menselijk DNA, maar ook het DNA van in het lichaam aanwezige virussen. En dat zou elke
wetenschapper die niet alleen door zijn eigen microscoop kijkt, toch moeten verontrusten,
want de medicijnenmarkt wordt overspoeld met dergelijke producten die de meest
indrukwekkende en onbegrijpelijke namen dragen.
Natuurlijk zegt de farmaceutische industrie
er altijd bij dat de juiste dosering uitermate belangrijk is en dat men de bijsluiter
eerst goed moet lezen. Maar daar krijgt een patiënt die net zijn arm of bil heeft
ontbloot om te worden geïnjecteerd met een of ander serum, de kans niet voor. En dat is
misschien maar goed ook, want de werking van dergelijke immunoglobinen met allerlei
ongedefinieerde virale verontreinigingen kan erg divers zijn.
Wat ze in elk geval met elkaar gemeen hebben, is de sterke weerstandsverlagende werking,
ook als dat niet de bedoeling is. Toch is er iets vreemds aan de hand? Immers, in
tegenstelling tot het poliovirus werden mazelen en pokkenvaccins toch niet aangemaakt in
apen maar in koeien, varkens en honden? Vervalt hiermee dan de apentheorie?
Ik denk van niet. Want een retrovirus zoals het SIV of HIV komen ook bij koeien, paarden,
geiten, katten en schapen voor alleen heten ze dan niet SIV of HIV, maar BIV of FIV. En
daaraan kleven onder bepaalde omstandigheden dezelfde bezwaren en gevaren.
Wat veroorzaakt dan precies aids?
En hoe kankerverwekkend zijn dan de
medicijnen of het SV-40 virus?
En waarom krijgen mensen in Afrika na
vaccinaties antilichamen tegen het aids-veroorzakend virus in hun bloed en mensen in de
rest van de wereld niet of nauwelijks?
En waarom verspreide het virus zich niet
naar die landen die Afrika koloniseerden?
Waarom, zo vraag ik mij af, werden de Afrikaanse autochtonen anders gevaccineerd dan wij,
westerlingen?
En ook vraag ik mij af, waarom HIV Afrika
niet in een vroeger stadium depopulariseerde.
En wat de veteranenziekte betreft, waarom
kregen soldaten die cocktails aan vaccinaties ontvingen en op het laatste moment niet naar
Irak gingen, gewoon omdat de oorlog voorbij was, tóch de veteranenziekte?
Waarom?
Ik vertel u enkele opmerkelijke feiten uit
het kankeronderzoek
Aan het einde van de jaren vijftig zijn op het gebied van de kankerbestrijding een aantal
opmerkelijke ontdekkingen gedaan. Zo constateerde men bij toeval dat een vrouw met een
open kankergezwel aan de borst genas, toen zij tevens een wondroosinfectie opliep. Dat
heeft geleid tot een behandelingswijze waarbij men kankerpatiënten niet alleen de
bacteriën die wondroos veroorzaken, toediende, maar ook het pokkenvirus en
syfilisbacteriën. En de Amerikaan W.B. Coley ontwikkelde een methode waarbij hij
verzwakte streptokokken in de zieke borst van de patiënten spoot. Op deze manier
behandelde hij ook diverse sarcomen. Zijn bevindingen werden gecontroleerd door
Amerikaanse, Engelse en Duitse artsen, die er in die tijd, en in de Tweede Wereldoorlog,
nogal enthousiast over waren.
Andere, revolutionaire proeven met speciale bacteriën die zich in de darmflora wisten te
verankeren, werden in het begin van de jaren zestig door de wetenschap evenwel met
gemengde gevoelens ontvangen. Met de ziekte PCP waaraan in het begin van de jaren tachtig
de eerste HIV-geïnfecteerden stierven, hadden de wetenschappers ook al enige decennia
onderzoekservaring opgedaan. Uit research was duidelijk geworden dat deze ziekte op zeer
uiteenlopende locaties kon toeslaan, niet zozeer bij mensen op het Afrikaanse platteland,
maar voornamelijk bij kinderen die dicht bij elkaar leven in weeshuizen of
kinderziekenhuizen, autisten of gehandicapten.
Ondanks uitvoerig onderzoek zou men pas in het begin van de jaren zeventig PCP
nadrukkelijk in verband brengen met acute bloedkanker, toen bij leukemiepatiëntjes in
Amerikaanse ziekenhuizen veelvuldig de levensgevaarlijke longontsteking PCP werd
geconstateerd, wat tien jaar later ook gebeurde bij die HIV-geïnfecteerden.
Het is natuurlijk dwaas om aan te nemen dat
de leukemie in deze kinderziekenhuizen in verband zou staan met de nucleaire experimenten
met radioactief voedsel die tijdens de Koude Oorlog veelvuldig zijn uitgevoerd op
gehandicapte kinderen.
En het is helemaal onzinnig om te
veronderstellen dat die kinderen leukemie kregen omdat ze melk kregen voorgeschoteld
waarin zich het retrovirus Bovine Leukemia Virus (BLV) bevond dat bij koeien aids
veroorzaakt.
En er is helemaal niemand die zou durven
beweren dat de Belgische wetenschappers Thijs en Janssens in 1944 bewust met zo'n
leukemievirus op Kongolese kinderen hebben geëxperimenteerd in de buurt van de Kilomijnen
waar uranium werd gewonnen die straling kon veroorzaken. En Desmyter?
Maar de Duitse SS-artsen die tijdens de
Tweede Wereldoorlog zuigelingen met koemelk hebben gevoerd die besmet was met
micro-organismen, zijn natuurlijk wel verdacht, al bleven ze dat slechts totdat ze na de
oorlog gingen samenwerken met Amerikaanse kinderartsen in weeshuizen in Korea en Vietnam
en er deden zich daar legio mysterieuze uitbraken van PCP voor. Toen, ja toen stonden ze
blijkbaar ineens buiten elke verdenking, net als de deelnemers aan het onderzoeksproject
dat in het kader van het Central Treaty Organisation Pact (CENTO-pact) in de Iraanse stad
Shiraz werd uitgevoerd en waar Britse, Franse, Amerikaanse en Iraanse geleerden maar niet
begrepen waarom na sectie op 233 kinderen 68 van hen bleken te zijn gestorven aan PCP.
Waarom wetenschappers zich toentertijd zo
graag wilden verdiepen in deze ziekte die blijkbaar optreedt nadat iemand leukemie heeft
gekregen, valt nauwelijks te begrijpen. Leukemie kwam immers amper voor in de tijd dat de
twee supermachten elkaar in evenwicht hielden met een nucleair wapenarsenaal dat in één
keer de hele aarde vele malen kon vernietigen. Welk land kan er toen belang bij hebben
gehad een ziekte als leukemie op te wekken, te bestuderen en er een mogelijk vaccin tegen
te ontwikkelen en welk land was bereid daarvoor duizenden kinderen over de gehele wereld
op te offeren?
Dat er toen om duistere redenen lustig op
los is geëxperimenteerd zonder veel respect voor de daarvoor nodige proefpersonen, is in
elk geval zeker. En dat die proeven niet altijd het beoogde effect hadden, is ook heel
waarschijnlijk. Vanaf 1967 wordt in de Verenigde Staten het voordien vrij verkrijgbare
medicament tegen PCP, pentamidine-isethionaat, slechts aan mensen verstrekt die daarvoor
een aanvraag hebben ingediend bij de `Centers for Disease Control'.
Dat hebben die duizenden kinderen in Korea,
Vietnam, Iran en geheel Afrika niet meer hoeven doen en hun dokters zijn inmiddels
gepensioneerd. En deze gepensioneerden zijn ontslagen van de plicht antwoord te geven op
de vraag waarom de eerste aidspatiënten zowel het Kaposi-sarcoom als de dodelijke
longontsteking PCP onder de leden hadden. Of uitleg over het waarom Gallo en Montagnier
voortdurend struikelden over de naam die dat ene retrovirus moest krijgen dat alsmaar
verhuisde van de lymfeklieren naar de bloedcellen en omgekeerd. Een naam voor een ziekte
die ze hadden gestolen van de Japanners Kiyoshi Takatsuki en Yorio Hinuma, die aids in
1976 namelijk ATL noemde. Ook onze eigen Elisabeth van der Loo werd het slachtoffer van
hun macht. Want het door Gallo en Montagnier verwrongen LAV en HTLV-1 heette bij haar geen
ATL maar gewoon het door mij al eerder genoemde mycosis fungoïdes. Weet u nog? Een
bijsymptoom van een pokkenvaccinatie. Namen voor gewoon een en hetzelfde virus dat aids
veroorzaakt.
De doorsnee televisiekijker zal het hun
niet vragen, want die is niet geabonneerd op The Lancet en denkt nog steeds, terwijl hij
zijn blikje bier opentrekt, dat aids die nieuwe homoziekte is en van die rotapen af komt.
En bij hem of haar op de zaak heeft de laatste homo al jaren geleden ontslag moeten nemen.
En de media, die het allemaal kan weten of zou moeten weten, zwijgt. Waarom? Omdat je dit
soort verhalen als de mijne gewoon niet publiceerd, daarvoor zijn de media inkomsten van
de gevestigde journalistieke orde gewoon te groot.
Er zijn 270.000 pogingen gedaan om kanker
te bestrijden. Het ging echter slechts om die éne vorm. Tot het jaar 1967 hadden de
wetenschap en de geneesmiddelenindustrie in de jacht op kankerremedies wereldwijd 270.000
nieuwe verbindingen getest. Op dat moment waren er slechts twee dozijn gevonden die alleen
of als hulpmiddel bij de chirurgische behandeling van kanker hielpen om de verspreiding
van tumoren te beperken en de wilde vermeerdering van kankercellen een halt toe te roepen.
Sommige daarvan, zoals het sterke stikstofmosterd, belemmeren de cellen gedeeltelijk in
het reproduceren van hun genetisch materiaal, de essentiële stap die aan celdeling
voorafgaat.
In het Sloan-Kettering Instituut in Rey,
New York, beschikte men in die tijd over een uitgebreide collectie van 30.000 medicijnen
tegen kanker, maar voor de bestrijding van leukemie waren dat er slechts acht. Het
veelbelovendste daarvan was op dat moment de nieuwe verbinding: vincristinesulfaat. Die
stof wordt getrokken uit de wilde maagdenpalm en om dertig gram van dit medicijn tegen
leukemie te krijgen, heeft men vijftien ton maagdenpalmbladeren nodig die men bovendien
nog eens 16 weken moet bewerken.
Dankzij de forse sommen geld die diverse westerse overheden ervoor vrijmaakte, konden
wetenschappers starten met een systematische bestrijding van leukemie en andere vormen van
kanker met behulp van vaccins. Hiervoor ging men op zoek naar plaatsen waar kanker
endemisch voorkwam. Daarbij richtten Japanse onderzoekers hun aandacht op het Zuid-Japanse
eiland Kyushu waar de atoombommen nog wat nawerken.
En als kanker kon worden uitgebannen, dan
was volgens niet Afrikaanse onderzoekers Oeganda de plek waar de nieuwe
behandelingmethoden dat zouden moeten bewijzen! Want daar was in de periode 1960-1971
kanker doodsoorzaak nummer één.
En niemand vroeg zich af hoe dat kon.
Juist aan het einde van die periode vroeg
de toenmalige Amerikaanse president Nixon het Congres honderd miljoen dollar voor een
intensieve campagne met als doel: het vinden van een geneesmiddel tegen kanker. En nog in
1971 werd in het Oegandese West Nile District, op initiatief van de Verenigde Staten, een
omvangrijk medisch veldonderzoek gestart waarbij jaarlijks bij 45.000 kinderen bloed is
afgenomen om te onderzoeken of er een relatie bestond tussen een besmetting met het
Epstein-Barr virus en het optreden van een Kaposi sarcoom. Het onderzoek duurde tot 1977.
Toen in 1984 de in het Duitse Freiburg en
in Stockholm opgeslagen ingevroren bloedmonsters van deze 45.000 babies en jonge kinderen
door de nieuwsgierig geworden onderzoeksgroep van W. Saxinger opnieuw werden geanalyseerd
bleek, dat 21 procent van de afgenomen bloedmonsters het retrovirus Human T-Cell Leukemia
bevatte en maar liefst 66 procent van de bloedmonsters was besmet met HIV.
Waarom er zulke grootschalige experimenten op kinderen zijn uitgevoerd en of ze meer dan
alleen maar een medisch belang dienden, zal waarschijnlijk nooit echt duidelijk worden.
Wel is duidelijk dat die belangstelling voor een land als Oeganda niet alleen bestond bij
civiele maar ook bij militaire medische autoriteiten. Experimenten met virussen in het
kader van de biologische oorlogvoering liepen er namelijk parallel met het onderzoek naar
vaccins tegen kanker. Zeker is dat men er heeft geëxperimenteerd met de verspreiding van
besmettelijke ziekten via insecten. In diverse publicaties aangetoond dat er in muskieten
HIV is gevonden en dat veel Afrikanen het Burkitt-lymfoom of het Kaposi-sarcoom hebben
opgelopen via insectenbeten. Vanaf het einde van de jaren vijftig tot in de jaren zeventig
zijn er in vaccins regelmatig kanker verwekkende virussen aangetroffen.
En dat land, Oeganda, noemde Sir Winston
Churchill ooit de parel van Afrika. Oeganda een land in nood. Oeganda een land van de
dood!
Vanaf de jaren dertig is Oeganda overspoeld
met zowel militaire als civiele artsen. In de Bwamba-regio is het Yellow Fever Research
Institute actief en in het Zika-forest bij Enthebbe bevindt zich het East African Virus
Research Institute. Daarnaast staan er verspreid over het land diverse militaire
ziekenhuizen. Een aparte vermelding verdient het bij de stad Arua gelegen missieziekenhuis
van de Amerikaan E.H. Williams, het Kuluva-hospital, dat in 1941 werd opgericht en ruim 50
bedden telt. Williams registreerde tussen 1951 en 1965 zeer nauwkeurig bij 41.000
patiënten alle ziekten die in de omgeving van zijn hospitaal voorkwamen. En dat waren er
heel wat. Al meer dan 50 jaar wordt de regio Arua geteisterd door uiteenlopende ziekten.
In 1943 en 1944 woedde er een uiterst dodelijke mazelenepidemie. In het begin van de jaren
zestig werd bij veel zuigelingen bloedarmoede aangetoond en de helft van deze kinderen
stierf later, volgens officiële verklaringen, aan een malaria-infectie. Ook het Kaposi
sarcoom was actief en in 1966 was er een epidemie van het Burkitt-Lymfoom, gevolgd door
een uitbraak van Hepatitis-B. Na 1970 worden de inwoners van de regio vooral getroffen
door tetanusinfecties, en in 1978 zijn de mazelen weer even terug. In de jaren tachtig
valt op dat mensen massaal aan aids lijden en in 1989 en 1990 dienden wetenschappers van
het Institut Pasteur 1.558.800 doses tbc-vaccin toe aan de Oegandese kinderen. En daarvan
was in Kenia en Zimbabwe gebleken dat het vaccin zware neveneffecten had, En deze
Oegandese kinderen kregen vervolgens diarree, hoestbuien, gezwollen lymfeklieren,
groeiproblemen en verlammingen. Velen van hen stierven vlak na de vaccinatie.
En volgens mij ging het hierbij niet om zo maar een tbc-vaccin, maar om een vaccin tegen
aids.
De échte oorzaak van aids.
Na deze opsommingen zult u wellicht het spoor bijster zijn. Atoombommen op Hiroshima en
Nagasaki en Aids bij 45.000 baby's en jonge kinderen in Oeganda.
Uit het voorgaande is wel duidelijk
geworden dat de grootste 'shotgun-experimenten' tussen 1950 en 1980 tijdens de Koude
Oorlog zijn uitgevoerd in het kader van medische onderzoekprogramma's, dat ze zich
voornamelijk in Afrika hebben afgespeeld en dat ze vooral het ontwikkelen en uittesten van
vaccins betroffen.
Daarnaast hebben we te maken gehad met
medisch-ethische dieptepunten die in de lange historie van de mens nog nimmer zijn
voorgekomen: Bijvoorbeeld de werkzaamheden in de biologische oorlogvoering, de ongevallen
in de atoomindustrie Tsjernobyl, Sellafield het vroegere Windscale, Three Miles Island,
gezonken atoomonderzeeërs, dumpen van radioactief afval, het vernietigen van
atoomraketten door ze eenvoudigweg af te schieten en datgene wat zich voor en tijdens de
Eerste- en Tweede Wereldoorlog in de concentratiekampen heeft afgespeeld. Ergens is het
goed fout gegaan. En de virussen die aids veroorzaken? Zij worden gestuurd door:
mycotoxinen, endotoxinen, straling, medicijnen en vaccins. Of door cocktails van het
vorengenoemde.
In mijn boek 'Pleidooi voor de aap de
waarheid achter aids en andere virusinfecties' probeer ik u duidelijk te maken dat de
opkomst van oude en nieuwe virusinfecties geen toevallige natuurfenomenen zijn.
Integendeel zij zijn vooral het resultaat van jarenlang deskundig of ondeskundig en wel of
niet militair biomedisch handelen van wetenschappers, artsen, dierenartsen en de machtige
lobby van de farmaceutische industrie. Want zij zijn het die hun medisch falen verpakken
in meldingen over hun progressie bij het vinden van weer een nieuw medicijn of vaccin ter
bestrijding van de inmiddels alles overkoepelende ziekte aids.
Het wereld aidsestablishment, in Nederland
vertegenwoordigd door onder andere Jaap Goudsmit, Sven Danner en Ab Osterhaus die nog
steeds niet in een complot gelooft, doen er goed aan te stoppen met hun sensationele
verslagen van speurtochten naar de oorsprong van deze geheimzinnige ziekte. Zij weten
drommels goed dat hun verhandelingen over en behandelingen met aids bestrijdende
medicijnen niet kloppen. Over een complot gesproken!
Ab Osterhaus meldt op zaterdag 28 november
1998 dat het zoveelste onderzoek naar een aidsvaccin is mislukt. En hij geeft aan een
andere weg te zijn ingeslagen. Geflopt onderzoek naar een vaccin tegen een ziekte waarvan
iedereen, behalve de wetenschapper zelf, weet dat er nooit een vaccin kan komen. Want de
oorlog tegen aids is niet te winnen zolang het aidsestablishment in staat gesteld wordt te
functioneren zoals ze dat doen.
En de media? Check, Check, Cross-check,
double-check en death-check!
Inmiddels zit het voltallig
aidsestablishment gevangen in zijn eigen net, want steeds vaker blijkt dat de door hen
aangeprezen al dan niet genetisch gemanipuleerde vaccins en medicijnen het
aids-veroorzakend virus niet bestrijdt maar in sommige gevallen juist activeert of aids
veroorzaakt.
Of kanker!
En om deze onmacht te verhullen slaken ze veelvuldig de bewering dat aids uit de oerwouden
van Afrika komt, en dat de ziekte -na het eten van apenvlees- is overgesprongen op de
mens. Daarmee proberend om de werkelijkheid zo complex te maken dat de persoonlijke
ambities en de commerciële belangen worden verhuld.
Wanneer zal het establishment beseffen dat ze een stuurloze geneeskunde creëren?
Ze moeten toch weten dat de wetenschap met ons en de technologie aan de haal zijn gegaan?
Want alles wat kan, schijnt ook te mogen. En als het niet mag, dan gebeurt het vaak toch.
Maar deze technologieën zijn te belangrijk om aan de technologen over te laten. Want als
we dat doen, dan zullen we de oorlog tegen virussen die aids veroorzaken nooit kunnen
winnen. Immers, de almachtige medische en farmaceutische lobby bestaan er van. En wij, u
en ik, zullen gebruik moeten maken van hun zwakheden zoals; jaloersheid, macht, seks,
geldzucht en hun politieke spelletjes, want dit zijn de ingrediënten die een en ander
hebben gecombineerd tot het grootste schandaal in de medische historie; namelijk de
veroorzaking van AIDS.
In de vijftien jaar dat ik aan mijn
onderzoek heb gewerkt heb ik lang gedacht dat ik een van de weinige roependen in de
woestijn was. Nu anno 2008 weet ik dat ik het gelukkig mis heb. U bent er, deze site is er
en de medische lobby krijgt last van u. En ik ben er als luis in de pels. En wij zijn
samen niet alleen. Wolff Geisler, Ruth Jensen, Peter Duesberg, Bryan Ellison, Ricardo
Veronesi en de inmiddels meer dan tweehonderd internationaal zeer gerespecteerde en
toonaangevende wetenschappers die het fenomeen aids bestudeerd hebben zijn het erover eens
dat HIV helemaal geen aids veroorzaakt maar willekeurig gestuurd wordt om aids te
veroorzaken. En onder deze toonaangevende wetenschappers bevinden zich volgens Peter
Duesberg Nobelprijswinnaars en topvirologen en met hen is de oorlog tegen het
aidsestablishment begonnen.
En samen met deze honderden medestanders
zullen wij, u en ik, steeds meer informatie moeten verschaffen aan eenieder die
geïnteresseerd is in ons verhaal over aids en andere virusinfecties. Wij zullen tevens
met elkaar de politiek moeten opzadelen met de taak de macht van de medische- militaire-
en farmaceutische lobby te doorbreken om de waarheid over de werkelijke oorzaak van aids
boven water te krijgen. Een waarheid die wellicht een oplossing kan zijn voor onze
torenhoge gezondheidskosten. Onnoemelijke bedragen die nauwelijks of geen genezing brengt
doch veelal oude en nieuwe ziektes veroorzaken. En dit niet omdat ons de medische kennis
ontbreekt, maar meer omdat het machtige medische bolwerk is toegestaan om te functioneren
zoals eerder besproken. Een functioneren dat heeft geleid tot een opzettelijk infecteren
van mensen met HIV achtige virussen die kunnen leiden tot aids. Mensen die kunstmatig
ontvangbaar zijn gemaakt door aanwending van controleerbare ziektes zoals we die bij
aidspatiënten verstaan onder de term opportunistische infecties. Slechts luttele
procenten van de geïnfecteerde personen zijn per ongeluk geïnfecteerd met het virus via
seksueel contact of als jonggeborene via de moeder. Het bewijs van deze gegevens vindt u
terug in de bibliografie van mijn boek.
Wat er de afgelopen honderd jaar op medisch
gebied is gepresteerd kan toch niet datgene zijn wat mensen als Louis Pasteur
(hondsdolheid), Robert Koch (tuberculine) en Emil Von Behring (immuunserum tegen de
difteriebacil) hebben bedoeld of nagestreefd. Over deze mannen, die pionierden in een
wetenschappelijke rimboe waarin ze zichzelf nog een pad moesten hakken, zal de
geschiedenis waarschijnlijk mild oordelen, maar wie zou willen en kunnen beschrijven hoe
er vóór, tijdens, tussen en na twee wereldoorlogen met hun kennis is omgesprongen en hoe
die is aangewend voor politieke, koloniale en militaire doelstellingen, zal dat alleen
maar kunnen doen op inktzwart papier.
Het failliet van het boerenbedrog
De huidige perikelen in de land en tuinbouw, Bovine Spongiforme Encephalopathy BSE, Mond
en klauwzeer MKZ, slijterziekte en varkenspest stapelen zich op en het nu lege boerenland
wordt wellicht binnenkort opgevuld met actievoerende boeren. Maar daarmee is het laatste
woord over deze dierplagen nog niet gezegd. Integendeel zou ik haast zeggen. En er ligt
inmiddels een nieuwe dodelijke dierziekte voor de deur, namelijk runder-tuberculose waarin
zich retrovirussen nestelen die aids binnen onze veestapel kan veroorzaken.Veel is er
inmiddels al eerdergenoemde items beschreven. Over het waarom sommige koeien gek worden of
gaan slijten is minder bekend.
Historie over getikte Koeien
BSE met de aliassen: Gekkekoeienziekte, Scrapie, Creutzfeldt-Jacob, Kuru, Downer Cow
Syndrome, Transmissible Spongiforme Encephalopathy TSE, Gulf War Disease GWD,
Gerstman-Sträussler-Scheinker Disease, Chronic Fatique Syndrome en Chronic Wasting
Disease CWDD zijn voornamelijk hersenaandoeningen. En er zijn zoveel benamingen om het u,
beste lezer, nog moeilijker te maken dan de materie al is. U zou toch eens achter de echte
waarheid mogen of kunnen komen?!
De eerste publicatie over BSE in Nederland
dateert van woensdag 28 oktober 1987. Op die bewuste dag publiceerde het Agrarisch Dagblad
met een treffende kop op de voorpagina: "Nieuwe ziekte BSE doodt Britse koeien".
Tot op dat moment was de ziekte in ons land volslagen onbekend. Negentig koeien,
voornamelijk Friese-Holsteiner melkkoeien, stierven er in Engeland verspreid over 51
boerderijen in 14 districten. En ze stierven voornamelijk in zuid- en zuidwest Engeland.
Op dat moment wist niemand waar de ziekte zo plotseling vandaan kwam.
Ook Nederlandse dierenartsen en het
toenmalige Nederlandse veterinaire departement van het Ministerie van Landbouw hadden nog
nooit gehoord van BSE. Maar de ziekte was ook hier wel degelijk bekend, ook al ontkende de
Gezondheidsdienst voor Dieren GD in alle toonaarden dat de ziekte in Nederland voorkwam.
Doch, de instituten die moeten zorgen voor onze voedselveiligheid zaten te slapen. Want,
ik vond reeds in 1978 en 1979 aanwijzingen voor het bestaan van BSE.
Militaire proeven op mens en dier
De Amerikanen en Engelsen presteerden het in het verleden en mogelijk nog steeds om grote
concentraties van hun bevolking bloot te stellen aan zogenaamde onschuldige bacteriën die
zij vanuit zee over de hoofden van Amerikaanse en Engelse burgers uitstrooiden (zie deel 2
van deze trilogie) Dat moet de wetenschappelijke wereld toch bekend zijn, want de
beschuldiging heeft in vele Amerikaanse en Engelse kranten gestaan. Het was toen
voornamelijk de Engelse minister David Portillo die ervan langs kreeg. Het zal de
wetenschappers toch niet vreemd zijn dat BSE in Engeland nu juist in die gebieden uitbrak
waar met bacteriologische wapens heeft geëxperimenteerd. Namelijk, zuid- en zuidwest
Engeland dus en zelfs de hoofdstag Londen werd niet gespaard.
Het feit dat reeds in 1978, in een research faciliteit van het Amerikaanse leger, in Fort
Collins te Colorado, met name herten en rendieren met een nieuwe ziekte zijn besmet. En de
naam van deze ziekte was TSE, ook wel bekend onder de toenmalige volksnaam CWDD. Het is
maar dat u ook de moeilijke namen kent! En het gaat verder. Negentig procent van alle
dieren in Fort Collins stierven allen een onnatuurlijke dood in hun vierde levensjaar.
Natuurlijk werd hierover geen enkele publicatie geschreven. Néé. Het militaire karakter
van de experimenten liet dat niet toe. Uiteraard niet. Maar toen in 1979 in datzelfde
Amerika jaarlijks meer dan 100.000 koeien werden afgeslacht als gevolg van een
hersenziekte met de naam "Downer Cow Syndrome" toen had er toch een lichtje bij
onze wetenschappers en politici moeten gaan branden? Of brandde het wél, maar maakten ze
onderdeel uit van een complot?
Tsjernobyl in de Nevada woestijn en
Engeland
Plotseling hebben we daar dan die rampzalige dag, om precies te zijn 26 april 1986, toen
de kerncentrale in Tsjernobyl ontplofte. En niet lang na de knal werd in Engeland
officieel bekend gemaakt dat een nieuwe ziekte BSE het radioactieve levenslicht had
aanschouwd. En in datzelfde Engeland vond halverwege de jaren vijftig eveneens een
nucleaire ramp van jewelste plaats namelijk in het toenmalige Sellafield.
De eerste verklaring van de Engelse
autoriteiten over een massaslachting van 180.000 koeien was dat het niet de commerciële
veevoeders waren waarin dierlijk meel van schapen was verwerkt, maar het gras in de pensen
van de dieren. Dit gras zou namelijk radioactief besmet zijn geweest. Echter, insiders
weten dat het mogelijk is om radioactiviteit te meten. Men zou de besmette koeien dus
kunnen selecteren en afmaken. Maar nee, de gehele veestapel in het gebied wordt vermoord.
Doch in die bewuste periode waren er nog een aantal andere radioactieve knallen aan het
firmament te bespeuren en het memoreren waard. Want de gigantische reeks van nucleaire
ontploffingen in de Nevada woestijn van de Verenigde Staten volgde slechts enkele weken na
de ramp in Tsjernobyl en zorgden voor een wereldwijde fall-out.
Voor mij is het dus niet vreemd dat, na de
echecs in Tsjernobyl en de Nevada woestijn, het aantal schapen met scrapie in de Verenigde
Staten vertienvoudigden ten opzichte van voor 1979, en dit was slechts enkele jaren voor
de ontdekking van AIDS. Dus er staat ons in Europa nog wat te wachten, want onze BSE
crisis is nog lang niet uitgewoed. Integendeel. We zijn net begonnen.
En aan het rijtje van met BSE besmette diersoorten die we reeds kennen, kunnen we
inmiddels ook rendieren en, schrik niet, dolfijnen, zeehonden, walvissen, poema's,
cheeta's, zeekraaien, luipaarden, tijgers, jaguars en nog veel meer andere levende
organismen toevoegen.
En we voerden ze allemaal met dierlijk
beender- vis- of vleesmeel en dioxinekoeken?
Misschien kan een zogenaamde legale
deskundige mij uitleggen waarom er in 1988 meer dan achttienduizend zeehonden op de
Europese kusten stierven met hersenafwijkingen?
En...., kán iemand mij ook verklaren,
waarom er walvissen rond New Foundland, Canada en op de noordkusten van de toenmalige
Sovjet-Unie dieren massaal aanspoelen en stierven?
En wie legt me uit waarom het instituut
voor Pathologie van de Amerikaanse strijdkrachten zich zo buitengewoon sterk bekommerden
om de massale sterfte van zeekraaien in Florida? Misschien omdat de dieren allemaal
symptomen van hersenafwijkingen vertoonden vanwege hun gruwelijke experimenten? Symptomen
die zonder uitzondering op BSE lijken?
Om het lijstje te completeren geef ik u een
klein overzichtje op datgene wat we na lezing al weten;
Zweden
Na de ramp in Tsjernobyl stierven er in 1986 tot in de jaren negentig inde omgeving van
het Vaenernmeer in het zuidwesten van Zweden, duizenden voornamelijk vrouwelijke elanden
als gevolg van neurologische en immunodeficientie (aids) symptomen die veroorzaakt werden
door retrovirussen. De ziekte werd in 1994 ook ontdekt bij reeën en herten.
Oostenrijk
Evenals Zweden ontspringt ook Oostenrijk de dans niet, want in december van het Tsjernobyl
jaar 1986 vond er een massale sterfte onder met name jonge herten plaats. De bijgaande
symptomen waren niet alleen neurologisch van aard, want ook vond met afsterving van
hersenweefsel met een sponsachtige structuur.
Duitsland
In 1988 werden plotseling met veel commotie negenduizend kalveren geslacht onder
buitengewone omstandigheden. De verklaring van de betrokken overheidsinstanties was dat de
dieren met teveel groeihormonen waren behandeld. De werkelijkheid lag anders en had alles
te maken met Tsjernobyl en een raadseltje wat ik u aan het einde van mijn artikel zal
opgeven.
Canada
Onverwacht en in grote paniek gaf de Canadese overheid plotseling in 1993 de opdracht om
270 koeien te slachten die besmet waren met BSE. De 270 slachtingen vonden plaats op een
boerderij in Alberta. Ook dertig andere koeien op negen verschillende boerderijen in
Ontario legden plotseling het loodje.
Groot-Brittannië
In 1994 werden er 24.000 koeien geslacht in verband met verdenking op BSE. Echter 25 % van
alle koeien hadden geen pathologische symptomen in verband met de ziekte. Wat meer dan
zesduizend koeien wel hadden waren neurologische symptomen die in verband gebracht werd
met immunodeficiency, Koeien-aids dus.
Kent u het verhaal van Jan Warmerdam?
Néé..!. Wél, onze Hollandse Jan, dat wil zeggen een Schotse boer van Nederlandse
afkomst, probeerde uit te vinden waarom het mogelijk was dat er wereldwijd BSE- en
AIDS-koeien gevonden werden en in Nederland niet. En dat terwijl de Britse
Friese-Holsteiner koeien nu juist uit Nederland kwamen. Je zou dus ook hier zieke dieren
moeten vinden. Na veel gejeremieer kwam Jan tot de conclusie dat Nederlandse boeren hun
slijters of BSE'tjes juist op tijd bij de slachter dumpten. Ze deden dit op het moment
nadat zij constateerden dat een of meerdere koeien zich nerveus of gestressed gedroegen.
Symptomen die door de Nederlandse ambassade in Londen natuurlijk werden doorgegeven aan
onze verantwoordelijke autoriteiten. Dat wel natuurlijk. Maar van de Nederlandse
wetenschappers en politici hadden zij geen last, want die snapten er tóch de ballen van.
Of...., wél? Bevreemdend in genoemde situatie was dat de Engelse media ronduit
achterdochtig waren over het feit dat het Britse beender- en vleesmeel was geïmporteerd
uit Nederland. Het leek wel een biologische oorlogsvoering op kleine scháál?!
Kibbelende ministers
Maar ferme taal van een woordvoerder van onze voedselcommissie -het Productschap voor
Veevoeders- gaf aan dat de hoeveelheid geëxporteerd veevoeder zeer gering was en zeker
niet of zeer weinig aan koeien werd gevoerd. Maar onze slimme minister Jozias van Aartsen
van destijds verbood onmiddellijk het gebruik van dit nieuwe soort veevoer. Even later
kregen onze Jozias en zijn Engelse collega Stephen Dorell ruzie, omdat 60.000 kalveren van
Britse origine en gevoed met Nederlands veevoer, werden afgemaakt. En zo redde onze
regering dus zijn export positie.
BSE is overerfelijk
Wist u eigenlijk wel dat wij allen cellen
bezitten die het prion-eiwit PrPc produceren? Zéker wel! Stérker nog, we dragen er zelfs
een gen voor?! Dat betekent dus dat de ziekte erfelijk overdraagbaar is en dat we de
ziekte dus niet zoals velen beweren via besmetting oplopen. En dat klopt want er is nog
nooit een besmetting via zoönose, een ziekte die kan overslaan van mens op dier en vise
versa, aangetoond. Veel sterker nog, vertrouwelijk wetenschappelijk onderzoek heeft
bewezen dat datgene wat BSE veroorzaakt uitscheidingsproducten van bepaalde schimmels en
bacteriën zijn die je onder andere bij kippen tegenkomt. Diezelfde bacteriën zijn ook in
staat retrovirussen over te brengen die aids veroorzaken. En als u mij vraagt waarom
Stanley Prusiner in 1982 meldt dat hij een eiwit met de naam prion -afkorting van
proteinaceous infectious particle- heeft gevonden, dat naast bijvoorbeeld BSE óók het
Gulf War Syndrome (veteranenziekte)veroorzaakt, dan kan ik net als zijn sceptici van toen
zeggen "wij zijn belazerd en reuze bedonderd en het is gek dat dit nu iemand nog zo
verwonderd". Prusiner, die in 1997 de Nobelprijs voor zijn "fake
prion-eiwit" krijgt heeft mijns inziens die prijs gestolen van de wetenschappelijke
familie Gerstman-Sträussler-Scheinker, maar die konden zich vanuit het hiernamaals niet
meer verdedigen. Zij zouden de naam van Prusiner nu wellicht in Prisoner hebben veranderd.
Ik zou u best nog meer kunnen vertellen, alléén, de paniek die dan uitbreekt....?!
"Zoönosen, slijterskoeien en
voedselveiligheid"
Zoönosen
Het juiste aantal zoönosen is absoluut niet bekend. Uitgaande van het geschatte aantal
van twee miljoen bestaande micro-organismen, en er komen er elke dag gemanipuleerde bij,
is er slechts een schijntje bekend. En er bestaan nog zo'n slordige 50.000 andere eiwitten
waar helemaal niets van bekend is. En wat dacht u van mogelijke kruisreacties van
bijvoorbeeld de Infectious Bovine Rhinotracheïtis IBR, ook wel koeiengriep of mond en
klauwzeer genoemd, met allerlei vaccins, micro-organismen en onbekende eiwitten? Bovendien
blijkt het koeiengriep vaccin van Bayer ook nog eens besmet te zijn met Bovine Virus
Diarree BVD.
Nee lieve boeren burgers en buitenlui de ellende is pas begonnen! Mooie sussende woorden
helpen niet meer. Ontwáákt!
Gezondheidsdienst voor Dieren
Frappant is wel dat er in de getoonde grafiek van de GD, in het stuk over zoönosen van
Erik Hermkens in Mens & Wetenschap, in het geheel niet gesproken wordt over dat
zogenaamde aids-veroorzakende virus dat van apen afkomstig zou zijn. Je zou toch menen dat
daar op zijn minst over gesproken wordt. Zeker als je weet, dat het grote sterven van
bepaalde, wellicht geselecteerde, bevolkingsgroepen nu pas gaat beginnen. Tenslotte zijn
er al landen bekend waar meer dan 40% van de bevolking besmet is met het zoönotisch
HIV-virus van apen. Misschien wíl de GD niet meewerken aan het openbaren van gegevens
over de werkelijke oorzaak van aids en de slijterziekte? Reden temeer om u, béste lezer,
nog een aantal zoönosen te noemen die u met de vaccinaties tegen bijvoorbeeld pokken,
polio en mazelen naar binnen hebt gekregen. Het geval is namelijk dat er een hele sloot
aidsveroorzakende retrovirussen of lentivirussen bij dieren bestaan. En in diezelfde
vertebraten zijn onze respectievelijke vaccins aangemaakt. Welke?
Wel , zo heb je het Bovine Immunodeficiency Virus BIV in koeien, ook wel
slijterziekte of koeienaids genoemd. Of het Celine Anaemia Virus CEAV, het virus dat bij
geiten aids veroorzaakt. En ook het Equine Infectious Anaemia Virus EIAV, met als synoniem
paarden-aids. En wat dacht u van het Simian Immunodeficiency Virus SIV van apen? Dat mag
in deze opsomming beslist niet ontbreken.
En in al deze dieren werden in het verleden
vaccins aangemaakt voor mens en dier toen wij nog niet wisten dat er aids of een
slijterziekte bestond. Maar nu weten we wel dat meer dan 80% van de Nederlandse bevolking
-wereldwijd tussen de 80-100%- besmet is met een virus dat aids kan veroorzaken. Ik weet
dat, omdat ik aan de proefschriften die daarover gaan heb meegewerkt of de materie heb
bestudeerd.
Mond en klauwzeer MKZ bij de mens
Over MKZ als zoönose wordt ook niets vermeld, omdat dat in deze bange dagen een verboden
wetenschappelijk item is dus daarom voor de goede orde het volgende. Er bestaan niet één
maar minstens een zevental MKZ-virussen en mogelijk nog véél meer, daar kom ik verder in
dit stuk nog op terug. Dat MKZ veelvuldiger bij mensen voorkomt is algemener bekend dan
wordt aangenomen. Zonder er al te ver op in te gaan wil ik u een paar symptomen noemen. Zo
ontstaat er na besmetting een lichte tot ernstige vorm van diarree en maladie
aphtongulaire, volgens Mickuliczi met het synoniem stomatomycosis. Deze aandoening is een
zeer pijnlijke recidiverende, dus alsmaar terugkerende, vorm van aften in de mondholte.
Ook wordt de ziekte van Pfeiffer, met de synoniemen Burkitt's Lymphoma, mononucleosis
infectiosa en kissing disease en cytomegalitis, in verband gebracht met MKZ. Eveneens kan
zouthonger, een spontane abortus en misvorming ontstaan of een bronsachtige verkleuring
van de huid. Een ander symptoom is vulvodynie, een gevoel van branderigheid of prikkeling
en pijn aan de vrouwelijke geslachtsopening. Eigenlijk kun je dus zeggen dat MKZ het
Epstein Barr Virus EBV en het cytomegalie virus activeert.
Slijterziekte en Koningin Beatrix als
klokkenluider
Ik kan u verzekeren dat het beroep van klokkenluider geen eenvoudige taak is. Maar soms,
ja soms krijg je hulp van bovenaf. Van Koningin Beatrix bijvoorbeeld, want zij riep
"de leugen regeert in Nederland". Hopelijk zegt ze dat ook tegen de boeren in
Epe. Want er horen volgens mij ook politieke en medische leugens bij. Over de
slijterziekte bijvoorbeeld. Want medici en farmaceuten weten donders goed dat er nooit een
vaccin tegen AIDS, BIV, IBR, MKZ of BVD zal komen. Gewóón, omdat we te laat zijn. En we
zijn te laat, omdat er al zoveel soorten virussen zijn die genoemde ziektes veroorzaken
waardoor het vervaardigen van adequate vaccins onmogelijk is geworden. Bovendien, als we
het al zouden willen en kúnnen, dan mogen we wel opschieten want op dit moment hebben we
nog geen enkel vaccin dat adequaat werkt.
Op dit moment spuiten we, alle vaccinaties
ten spijt, onze dieren massaal af. Maar, wat doen we dan met de besmette boeren? Of
consumenten? Ook zij kunnen drager zijn van het MKZ virus. Spuiten we hen nu ook af? Of
geven we hen de euthanasie pil van Borst? Afmaken van koeien is dus gewoon belachelijk.
Oorzaak slijterziekte
De echte oorzaak van de slijterziekte gaat decennia terug, terwijl onderzoeksrapporten van
de GD uit de jaren negentig, uitgevoerd in opdracht van de overheid, er niet om liegen.
Uit deze documenten blijkt wel degelijk dat we onze slijters hebben opgegeten. Bovendien
gaf ik in een vorig artikel al aan dat, ondanks de ontkenning van onze verantwoordelijke
politici, in de jaren tachtig begin negentig de slijterziekte al voorkwam in onze
veestapel. En als we nog verder graven, dan blijkt dat de ziekte het EIAV-virus, Equine
Infectious Anemia Virus, als oorsprong heeft. En dat klopt. Want de Duitsers hebben reeds
in de Eerste- en later in de Tweede Wereldoorlog onze veestapel en die van de Amerikanen
besmet. Dus de slijterziekte is zeker niet een probleem van deze tijd. En niet alleen
koeien gaan dood. Ook honden, katten, konijnen en vossen die op het besmette land
rondlopen gaan eraan. En als verantwoordelijke ministers c.q. hun ondersteunende
inspecties en diensten het willen ontkennen, dan kunnen ze dit alleen maar doen met
Oost-Indische inkt, ook op inktzwart papier.
MKZ en IBR, de grote leugens van de GD?
Overigens, als ik wetenschapper zou zijn bij een instituut van diergezondheid, dan
ontraadde ik iedereen om in dieren een IBR, MKZ of ander vaccin te stoppen. De kans op
onder andere de slijterziekte is dan, vanwege het wankele immunologische evenwicht van
onze veestapel, buitengewoon groot. Bovendien, tegen welk MKZ-virus enten we nu eigenlijk?
Tegen het MKZ type 0-1, of tegen het Pan-Aziatisch of het Engels-Nederlandse virus? Of
enten we tegen het Japanse JE-virus? Zo maar wat vragen.. Dan hebben we ook nog de
Australische en Zuid Amerikaanse MKZters. Erger is nog dat het guerrilla virussen zijn,
want de huidige Europese variant is nauwelijks of niet aan te tonen. Dus nogmaals,
waartegen enten we? Koeien kunnen ook met méér dan een soort virus besmet zijn. Geven we
dan twéé vaccinaties of drié?
Ik verzéker u boeren burgers en buitenlui,
de hele veestapel gaat eraan. We moeten totaal opnieuw beginnen. Op dit moment is er geen
weg terug, want zelfs de biologisch veeteelt kampt met de slijterziekte. De
verontreiniging van het grondwater, giftige bestanddelen in het voer,
luchtverontreiniging, de toename van radioactiviteit en giftige producten die als gevolg
van de rampen in Enschede, Drachten, Bijlmermeer, dumping en uitstoot van fabrieken alsook
preparaten uit de biologische- chemische en radioactieve oorlogsvoering die ons milieu
teisteren, maken draconische maatregelen nodig. Toch is er wel degelijk redding mogelijk.
We zullen opnieuw moeten beginnen op die plaatsen in de wereld die nog schoon zijn. En we
zullen geselecteerde boeren met alle middelen, met nadruk op alle middelen, die we hebben,
moeten ondersteunen om ze naar die plekken te verhuizen. Daar zullen we goedwillende
boeren en hun gezinnen onder de meest strenge regelgeving moeten begeleiden om weer te
komen tot producten uit de tijd van Ot en Sien. Producten zónder gif, groeihormonen,
cortisol en verkeerde politici, farmaceuten, medici en dierenartsen.
O ja, het raadseltje!
Weet u waardoor voor 1986 de hoeveelheid methaan gas in de lucht jaarlijks met 18% op jaar
basis toenam en na dat jaar tot ongeveer 1991 met ongeveer 12%? En weet u wellicht ook
waarom in de noordelijke hemisfeer de toename na 1991 plotseling tot nul reduceerde,
terwijl de toename in de zuidelijke hemisfeer verder met 8% op jaarbasis toenam? Als u de
oplossing weet stuurt u die dan naar de Media. Maar als u dat doet besef dan wel dat
Journalisten en politici elkaar zo goed kennen dat ze een grootstedelijke kliek
zijn geworden die samenzweert tegen het publiek. En dit zijn niet alleen de woorden van
mij, maar ook die van Peter Osborne van het blad The Spectator en . van onze
bloedeigen Koningin Beatrix.
Literatuur:
Dongen van J.J. (1997) Pleidooi voor de aap. De waarheid achter aids en andere
virusinfecties. Nog beperkt, gesigneerd, te bestellen bij de auteur.
Dongen van J.J. (2002) AIDS. De grootste
misdaad in de medische geschiedenis. Uitgeverij Elmar B.V., Rijswijk (ISBN 90389 1300 1)
Dongen van J.J. et al (1990) Manual of
Microsurgery on the Laboratory Rat. Elsevier Science Publishers, Amsterdam (ISBN
0-444-81139-7
Johannes Jacobus van Dongen werd geboren op
15 mei 1946 te Rotterdam. Na
het gebruikelijke voortgezette onderwijs volgde hij van 1969 tot 1973 de
opleiding Biotechniek bij de Vakgroep Experimentele Chirurgie aan de
Universiteit van Leiden, waar zijn mentor dr. H. Stol hem in 1973 zijn
diploma uitreikte. De opleiding tot 'alround' experimenteel microchirurg
ontving hij bij de Algemene Heelkunde in het Academisch Ziekenhuis en
aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam. De vakgroep stond onder
leiding van prof. dr. D.L. Westbroek en de Experimentele Microchirurgie
onder leiding van dr. W.J. Kort.
Na zijn voltooide opleiding in 1976 werd
hij hoofd van de Experimentele
Microchirurgie bij de vakgroep Pathologie /Immunologie aan de
Universiteit van Maastricht onder leiding van prof. dr. P.L.M. van Breda
Vriesman waar hij duizenden hart-, nier-, lever- en totale
darmtransplantaties uitvoerde, alsmede sera vervaardigde om de
immuniteit van proefdieren te manipuleren. Van 1978 tot 1982 was hij
docent aan de Verpleegkundige Opleiding van het St. Annadal Ziekenhuis
te Maastricht, waar hij het vak Transplantatie Biologie doceerde onder
leiding van prof. dr. H. Jeekel. Van 1980 tot 1989 was hij docent,
organisator en hoofd van de 'First National and International Individual
Post Graduate Course', eerst onder leiding van prof. dr. H. Jeekel en
later respectievelijk onder leiding van prof. Dr. G. Kootstra en prof.
dr. P. Soeters van de Universiteit van Maastricht. Van 1989 tot 1993
werkte hij als Research Assistant' bij de Vakgroep Anatomie/Embryologie
en ontwikkelde hij daar mede de intra-uterine operatie, de
bottransplantatie en het driedimensionale beeld van de achterpoot van de
rat onder leiding van prof. dr. J. Drukker van de Universiteit van
Maastricht. Van 1989 tot 1997 was hij lecturer and cordinator van de
'National and International Experimental Course in Microsurgery' bij de
Vakgroep Proefdierkunde aan de Universiteit van Utrecht onder leiding
van prof. dr. L.F.M. van Zutphen.
Van 1987 tot 1993 was hij
universiteitraadsbestuurder en bekleedde hij
als fractievoorzitter en oprichter van de fractie Frontaal functies in
praktisch alle universitaire commissies waaronder de
vertrouwenscommissie. In 1990 publiceerde hij het boek 'Manual of
Microsurgery on the Laboratory Rat' bij Elsevier Science Publishers. In
1993 ontwikkelde hij de 'anastomose simulator' en verschillende nieuwe
operatietechnieken waaronder de extra corporale heterotope
harttransplantatie en de intra-abdominale heteretope harttransplantatie
met uitgang op de vena porta voorzien van een osmose minipomp. Voor zijn
vele uitvindingen en zijn handvaardigheid op het gebied van de
experimentele microchirurgie ontving hij tijdens het jaarlijks congres
voor biotechnici te Arnhem van de toenmalige Staatssecretaris van
Welzijn Volksgezondheid en Cultuur, uit handen van de Veterinaire
Hoofinspecteur drs. H. Verburg en de Voorzitter van de Commissie
Alternatieven voor Dierproeven prof. Dr. L.F.M. van Zutphen, de 'Prijs
Alternatieven voor Dierproeven'. Van 1995 tot 1997 werkte hij als
Research Assistant bij de farmaceutische afdeling van Solvay Duphar te
Weesp aan het project 'Artificial Rat' onder leiding van prof. dr. R.
Remie.
Hij gaf cursussen op het gebied van de
Experimentele Microchirurgie aan
de Universiteiten van Stuttgart, Heidelberg en Mannheim in Duitsland, de
Universiteit van Aarhuss, in Denemarken en aan de Universiteit van
Mexico City in Mexico. In 1997 voltooide en publiceerde hij zijn derde
boek 'Pleidooi voor de aap. De waarheid achter aids en andere
virusinfecties'. Sinds 2001 schrijft hij korte verhalen in het
tijdschrift 'Mens & Wetenschap'.
Naast vele (sociale) bestuurlijke functies
is hij sedert 1989 oprichter
en voorzitter van het Microchirurgisch Educatief Instituut en werkte hij
mee aan de totstandkoming van meer dan vijftig wetenschappelijke
proefschriften bij de vakgroepen immunologie, chirurgie, farmacologie,
anatomie, biochemie, microbiologie, pathologie, fysiologie en
proefdierkunde.
In 1990 was hij secretaris en oprichter van
de 'Microsurgical
Development Foundation'. Zelf, of met vele andere wetenschappelijke
auteurs, schreef hij tientallen biotechnische of wetenschappelijke
publicaties van uiteenlopende aard. Ook vervaardigde hij mede een
twaalftal onderwijs videofilms op het gebied van de experimentele
microchirurgie.
Unit 731
Japanese Torture & Human Medical Experiments