Uit onderzoek van de faculteit geneeskunde van de universiteit, in samenwerking met Helmholtz München en in samenwerking met een internationaal team van onderzoekers uit Italië, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten, is gebleken dat iemands chronotype – het tijdstip waarop iemand zich het meest geschikt voelt om te slapen of wakker te zijn – van invloed kan zijn op de manier waarop hij met zijn bloeddrukmedicatie omgaat.
Meer dan 5000 deelnemers aan de TIME (Treatment in Morning versus Evening) gerandomiseerde klinische studie vulden een online vragenlijst in om hun chronotype te bepalen, waarbij ongeveer de helft hun gebruikelijke bloeddrukverlagende medicatie ’s ochtends gebruikte en de andere helft ’s avonds.
Wetenschappers stelden vast dat zogenaamde “ochtend leeuweriken” (vroegere chronotypes) die hun voorgeschreven bloeddrukmedicatie ’s ochtends innamen, minder kans hadden op een hartaanval dan degenen die “verkeerd uitgelijnd” waren en het ’s avonds innamen. Ondertussen hadden deelnemers aan het onderzoek die “nachtbrakers” waren (latere chronotypes) en hun bloeddrukmedicatie ’s avonds innamen ook minder kans om in het ziekenhuis opgenomen te worden voor een hartaanval in vergelijking met degenen die hun medicatie ’s ochtends innamen.
De resultaten suggereren dat het innemen van bloeddrukverlagende medicatie op een tijdstip dat is afgestemd op het persoonlijke chronotype, het hart extra zou kunnen beschermen. De bevindingen zijn gepubliceerd in het tijdschrift eClinicalMedicine.