Bevindingen wijzen uit dat sommige vrouwen beter over kunnen stappen naar een anticonceptiepil om hun risico te beperken.
Onderzoek: Veneuze trombose bij gebruikers van niet hormonale anticonceptiva: Vervolgonderzoek, Denemarken 2001-10. Een onderzoek gepubliceerd op bmj.com levert bewijs aan dat bepaalde niet orale hormonale anticonceptiva (b.v. pleisters, implantaten en vaginale ringen) een hoger risico op gevaarlijke bloedklontering (bekend als veneuze trombo-embolie) met zich meebrengt dan andere anticonceptiva.
De bevindingen wijzen uit dat sommige vrouwen beter over kunnen stappen van een niet oraal product naar een anticonceptiepil om hun risico te beperken.
Verschillende onderzoeken hebben het risico op veneuze trombose (een verzamelnaam voor diep-veneuze trombose en longembolie) bij vrouwen die orale anticonceptiva gebruiken ingecalculeerd, maar weinig onderzoeken hebben rekening gehouden met het risico van niet orale hormonale anticonceptiva bij de gebruiksters. Deze producten geven meer geleidelijk hormonen aan het lichaam af teneinde zwangerschap te voorkomen.
Een team geleid door Professor Øjvind Lidegaard aan de Universiteit van Kopenhagen, herzagen de gegevens van het gebruik van niet orale hormonale anticonceptiemiddelen en de allereerste veneuze trombose onder alle Deense niet zwangere vrouwen tussen 15 en 49 jaar vanaf het jaar 2001 tot 2010. Alle vrouwen hadden geen geschiedenis van bloedstolsels of kanker voordat het onderzoek begon.
Er is met verschillende factoren die van invloed kunnen zijn op de resultaten, inclusief leeftijd en onderwijs niveau, rekening gehouden. De resultaten zijn gebaseerd op 9,429,128 observatie jaren, gedurende welke 3,434 bevestigde diagnosen van de allereerste veneuze trombose zijn geregistreerd.
Het risico van veneuze trombose onder vrouwen die geen enkel type hormonale anticonceptie gebruikten en die tussen de 15-49 jaar oud waren lag gemiddeld op twee gevallen per 10.000 blootgestelde jaren. Vrouwen die een gecombineerde orale anticonceptiepil met het levonorgestrel hormoon gebruikten, hadden een drie keer verhoogd risico ( 6,2 gevallen per 10.000 blootgestelde jaren).
De vrouwen die huidpleisters gebruikten hadden een 8 keer verhoogd risico ( 9.7 in 10.000 jaren aan blootstelling ) vergeleken met niet gebruikers van dezelfde leeftijd, terwijl vrouwen die een vaginale ring gebruikten een 6.5 keer verhoogd risico hadden (7.8 voorvallen in de 10.000 blootgestelde jaren).
Gebruik van een enkel progestageen bevattend implantaat had een klein verhoogd risico, terwijl het gebruik van een IUD (progestageen bevattend spiraaltje) geen enkel risico gaf en mogelijk een beschermend effect heeft volgens de auteurs. In tegenstelling tot gecombineerde pillen werd geen verminderd risico gezien bij het gebruik van een pleister of een vaginale ring op de lange termijn.
De auteurs hebben op basis van deze bevindingen berekend dat 2000 vrouwen die de vaginale ring gebruiken en 1250 vrouwen die een anticonceptiepleister gebruiken over zouden moeten stappen naar een combinatiepil die levonorgestrel bevat, om één geval van veneuze trombose per jaar te voorkomen.