Nieuwe inzichten geleid door Dr. Michael Lombardo, Prof. Simon Baron-Cohen en collega’s van de Cambridge Universiteit laten zien dat testosteron niveaus in het begin van foetale ontwikkeling latere gevoeligheid van hersengebieden beïnvloeden omtrent beloningsverwerking en van invloed zijn op iemands gevoeligheid om te schakelen in gedrag, wat in uitersten, gerelateerd is aan verschillende neuro psychiatrische aandoeningen, die onevenredig meer invloed op de ene sekse hebben dan op de andere.
Hoewel in lagere niveaus aanwezig bij vrouwen, is testosteron één van de primaire geslachtshormonen die aanzienlijke invloed uitoefent op het ontstaan van verschillen tussen mannen en vrouwen. Bij volwassenen en adolescenten heeft een verhoogd testosteronniveau angstreducering aangetoond, minder gevoeligheid voor straf, toename in risico’s nemen, en meer oplettendheid bij bedreiging. Deze effecten hebben een aanzienlijke wisselwerking in samenhang met de beïnvloeding van sociaal gedrag.
Deze kennis over de effecten van testosteron in de adolescentie en volwassenheid indiceren dat het gaat om het beïnvloeden van de balans tussen toenaderings- en vermijdingsgedrag. Hetzelfde gedrag is in hogere mate aanwezig in de tienerjaren, en ontstaat ook in extremiteiten bij vele neuro psychiatrische condities, waaronder gedragsstoornissen, depressies, middelenmisbruik, autisme en psychopathie.
Bij wetenschappers is al lang bekend dat sekse verschillen vele aspecten van psychiatrische stoornissen beïnvloeden, evenals het tijdstip van ziekte-aanvang, prevalentie en gevoeligheid. Zo komt bijvoorbeeld volgens de World Health Organization een depressie twee keer zo vaak voor bij vrouwen dan mannen, terwijl alcoholisme het tegenovergestelde laat zien. Naast vele andere factoren lijken geslachtshormoon-niveaus belangrijke factoren die bijdragen tot de sekse verschillen in de psychopathologie.
Onderzoek heeft zich tot op heden echter vooral gericht op geslachtshormoon-niveaus tijdens de adolescentie en volwassenheid wanneer hormoonniveaus verhoogd zijn, en gebouwd op de ruime ervaring met ontwikkelingsstoornissen. Geslachtshormoon-niveaus zijn ook verhoogd tijdens de kritieke ontwikkelingsperioden van de foetale hersenen, maar de gevolgen van dergelijke prenatale stijgingen van geslachtshormoon-niveaus op de latere volwassen hersenen en gedragsontwikkeling hebben relatief weinig aandacht gekregen.
“Dit onderzoek is het eerste wat rechtstreeks nagaat of testosteron in foetale ontwikkeling latere tendensen in het leven voorspelt contact gerelateerd gedrag toe te passen (b.v., plezier zoeken, impulsiviteit, reactie op beloning) ook hoe het van invloed kan zijn op latere ontwikkeling van de hersenen wat relevant is aan dergelijke gedragingen,” zei eerst auteur Lombardo.
In dit onderzoek, hebben ze een unieke schare jongens in de leeftijd van 8 jaar getest, waarvan vroegere foetale testosteron uit het vruchtwater van 13 weken zwangerschap gemeten was. De jongens werden gescand met functionele magnetische resonantie beeld technologie om veranderingen in hersenactiviteit te beoordelen tijdens het bekijken van foto’s van negatief (angst), positief (gelukkig), neutraal of vervormde gezichten.
Zij bevonden dat stijging van foetale testosteron meer gevoeligheid in het hersenbeloningssysteem voorspelde bij positieve gezichtssignalen dan bij negatieve gezichtssignalen. Dit betekent dat beloningsgebieden in de hersenen van jongens met hogere foetale testosteron niveaus meer reageren op positieve gezichtsemoties in vergelijking met negatieve gezichtsemoties dan jongens met lagere foetale testosteronniveaus.
Bovendien voorspelde verhoogde foetale testosteron niveaus toegenomen tendensen in toenaderingsgedrag later in het leven via haar invloed op het hersenbeloningssysteem. Lombardo verklaart, “dit werk belicht hoe testosteron in foetale ontwikkeling fungeert als een programmeringsmechanisme voor vormgevingsgevoeligheid van het hersenbeloningssysteem later in het leven en voor het voorspellen van latere tendensen op het gebied van contactgedrag. Deze inzichten kunnen met name betekenisvol zijn voor een aantal neuro psychiatrische ziektebeelden met onevenwichtige geslachtsratio’s en die van invloed zijn op contact gerelateerd gedrag en het beloningssysteem van de hersenen.”
Dr. John Krystal, Redacteur van Biologische Psychiatrie voegt toe, “deze opmerkelijke informatie geeft nieuw bewijs dat hormonale blootstelling vroeg in het leven blijvende invloed op hersenfunctie en gedrag kan hebben.”