COLUMBUS, Ohio – een nieuw onderzoek bij dieren toont aan dat chronische stress gedurende de zwangerschap de voordelen van het moederschap op de hersenen teniet doet, een uitkomst die, zo suggereren onderzoekers, het begrip van postnatale depressie zou kunnen vergroten.
Rattenmoeders vertoonden een toename in hersencelverbindingen in gebieden die verband houden met leren, geheugen en stemming. De hersenen van rattenmoeders die tweemaal daags geprikkeld werden gedurende de zwangerschap vertoonden deze toename daarentegen niet.
De onderzoekers waren in het bijzonder geïnteresseerd in dendritische spines – haarachtige uitsteekseltjes op hersencellen die gebruikt worden om informatie met andere neuronen uit te wisselen.
Voorgaande dierstudies uitgevoerd door hoofdauteur Benedetta Leuner van de Ohio State University lieten zien dat een toename van dendritische spines in de hersenen van nieuwe moeders verband hield met een verbeterde cognitieve functie bij een taak die gedragsmatige flexibiliteit vereist – in essentie werd meer efficiëntie op het gebied van multitasking bereikt. Volgens haar bevindingen namen bij de nieuwe moeders de dendritische spines in deze hersengebieden met ongeveer 20% toe.
De stress in dit nieuwe onderzoek deed die voordelen van het moederschap op de hersenen teniet, waardoor hersenkenmerken van de gestreste rattenhersenen overeenkwamen met die van dieren die geen voortplantingservaring of ervaring met het moederschap hadden.
De gestreste ratten vertoonden ook minder lichamelijke interactie met hun baby’s dan de niet gestreste ratten, gedrag vergelijkbaar met dat gezien in menselijke moeders met een postnatale depressie.
“Dierenmoeders in ons onderzoek die niet gestrest zijn vertonen een toename in het aantal verbindingen tussen de neuronen. Gestreste moeders hebben dat niet,”zei Leuner, assistent-professor in de psychologie en neurowetenschap aan de Ohio State Univerity. “We denken dat dat gestreste moeders kwetsbaarder maakt. Zij hebben niet de mogelijkheid van hersenflexibiliteit die niet gestreste moeders hebben en op de een of andere manier draagt dat bij tot hun gevoeligheid voor depressie”.
Leuner beschreef het onderzoek tijdens een lezing op zaterdag, 13 oktober in New Orleans, tijdens Neuroscience 2012, de jaarlijkse bijeenkomst van de Society of Neuroscience.
Voorgaand onderzoek had gesuggereerd dat er een aantal risicofactoren voor postnatale depressie bestaat, waaronder hormoonschommelingen, voorgeschiedenis van een psychische aandoening en omgevingsfactoren zoals een lage sociaal-economische status. Een van de sterkste voorspellers echter is chronische stress gedurende de zwangerschap, dus probeerde Leuner een diermodel te creëren dat kon helpen de veranderingen in het brein die verband houden met postnatale depressie de verklaren.
“Het is verwoestend, niet alleen voor de moeder, omdat het haar welzijn beïnvloedt, maar eerder onderzoek heeft eveneens uitgewezen dat kinderen van depressieve moeders belemmerd worden in hun cognitieve en sociale ontwikkeling, wellicht een belemmerde fysieke ontwikkeling hebben en een grotere kans op depressie of angst als volwassenen,” zei ze. “Een beter begrip van postnatale depressie is belangrijk om de moeder te helpen, maar ook om sommige van de beschadigende effecten die deze ziekte op het kind kan hebben te vookomen.”
De onderzoekers stelden zwangere ratten tweemaal per dag bloot aan stress door op sommige dagen hun beweeglijkheid te beperken en ze op andere dagen in water te zetten. Leunen en collega’s volgden de ratten gedurende 3 weken nadat ze bevallen waren.
De dieren vertoonden klassieke tekenen van de effecten van stress, waaronder minder dan normale gewichtstoename en vergrote bijnieren, een teken van verhoogde productie van stress-hormoon. De moeders die tijdens de zwangerschap waren geprikkeld kregen ook kleinere jongen.
“En het waren niet erg goede moeders,” zei Leuner. Na 30 minuten van hun jongen gescheiden geweest te zijn verzamelden de niet-gestreste moeders hun jongen, stopten ze in het nest en voedden hen. Gestreste moeders lieten de jongen verspreid liggen, zwierven door de kooi en voedden de jongen minder vaak. In een watertest dreven de gestreste moederratten vaker dan niet-gestreste ratten; dieren die liever drijven dan zwemmen vertonen symptomen gelinkt aan depressie.
“Deze resultaten in ratten imiteren sommige van de symptomen die aangetroffen worden in vrouwen met een postnatale depressie,” zei Leuner.
Een onderzoek van de hersenen van de dieren liet zien dat er, vergeleken met de niet-gestreste moederratten, bij de ratten die aan chronische stress waren blootgesteld niet de aanvullende dendritische spines in de hippocampus en de prefrontale cortex groeiden. De hersenen van de gestreste ratten vertoonden een grotere overeenkomst met de hersenen van controle ratten die nooit moeder waren geweest.
“We weten nog niet wat de precieze aanleiding is voor de toename van spines bij moederschap, maar we weten wel dat de toename verdwijnt bij stress,” zei Leuner.
Ze gaat door met het het werk door te onderzoeken of de voordelen van het moederschap op cognitieve functies eveneens geblokkeerd worden in moeders die blootgesteld worden aan zwangerschapsstress en of hormonale factoren een rol spelen.